GENDERDYSFORIE FEITEN EN INFORMATIE

regret

Detransitie

Spijt, een groeiend fenomeen

De zichtbaarheid van detransitie, of mensen met spijt is vrij recent en neemt snel toe. Vooral vanaf 2016 zien we hoe detransitioners begonnen video’s te posten waarin ze hun ervaring deelden. Inmiddels zijn er tal van projecten opgericht waar detransitioners terecht kunnen, zoals o.a. ‘Pique Resilience Project’, ‘Post Trans’, ‘Detrans Voices’. Het subplatform reddit/detrans telt intussen reeds 56.000 leden.

Ondanks dat deze realiteit niet langer te ontkennen valt, blijven genderklinieken en transactivisten hun bestaan minimaliseren, en halen aan dat deze worden misbruikt als argument tegen de transgenderzorg.

Niemand weet precies hoeveel mensen er spijt hebben, omdat er tot op heden nog maar weinig betrouwbaar onderzoek is verricht. Vast staat dat het aantal mensen met spijt veel hoger ligt dan het cijfer van 1-3% dat meestal wordt vermeld. Studies over spijt verliezen routinematig 30-40% (minst tevreden – of … dood) van mensen voor een follow-up, terwijl databases die geen mensen verliezen hoge zelfmoordcijfers na operatie laten zien. Dit zien we nu ook bevestigd in een nieuwe studie van Lisa Littman, die vermeldt dat minder dan een kwart (24%) van de mensen die hun medische behandeling stopzetten, hun behandelende clinici hiervan op de hoogte brachten. Ook dient er opgemerkt te worden dat het landschap van de genderzorg sinds 2015 drastisch is veranderd. Een nieuwe populatie van mensen diende zich aan, van mannen van middelbare leeftijd naar jonge meisjes. Niemand kan voorspellen wat hier het spijtpercentage zal zijn.

Als belangrijkste reden die men aangeeft voor detransitie, en dit geldt voor beide geslachten, is dat de transitie hun genderdysforie niet verlichte, en dat ze zich meer op hun gemak voelden bij het identificeren met hun geboortegeslacht, als gevolg van een verandering in hun persoonlijke definitie van vrouwelijk en mannelijk. Een meerderheid realiseerde zich ook dat hun genderdysforie verband hield met andere problemen. Om nog andere redenen is er een verschil op te merken tussen mannen en vrouwen. Vrouwen melden vaak hun bezorgdheid over mogelijke medische complicaties, en over teveel fysieke verandering. Daarentegen bij mannen was er ontevredenheid over te weinig fysieke verandering, verslechterende lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheidsproblemen en een gevoel van discriminatie.

Voor veel mensen is een detransitie een zeer isolerende ervaring. Het moeten toegeven verkeerd geweest te zijn, moeten verder leven met een gehavend lichaam, is veelal moeilijker dan de aanvankelijke transitie. Elie Vandenbussche, een Belgische detransitioner, publiceerde in een recente studie ‘Detransition-Related Needs and Support‘, de volgende conclusie:

Helaas, de ondersteuning die detransitioners krijgen om aan deze behoeften te voldoen op dit moment zijn erg slecht. Deelnemers beschreven sterke problemen met medische en mentale gezondheidssystemen, evenals ervaringen van regelrechte afwijzing door de LGBT+-gemeenschap. Veel respondenten hebben de wens geuit om alternatieve behandelingen te vinden om met hun genderdysforie om te gaan, maar meldden dat het onmogelijk was om erover te praten binnen LGBT+-ruimten en in de medische sfeer.

Deze verslagen zijn zorgwekkend en ze tonen de urgentie aan om het bewustzijn rond het onderwerp detransitie onder zorgverleners en leden van de LGBT+-gemeenschap te vergroten en vijandigheid te verminderen om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van detransitioners.

Voor meer informatie, zie Transspijt is mogelijks 33%

The Amsterdam Cohort of Gender Dysphoria Study