Foto Josh Nuttall op Unsplash
Gepubliceerd op 28 Oktober 2023
door Bernard Lane
Origineel: GCN – In the dark
Een grote documentaire in Nederland doet de gender geneeskunde op haar grondvesten schudden
De essentie
Deskundigen op het gebied van onderzoeksmethodologie in Nederland – het land dat de wereld puberteitblokkers gaf – hebben fundamentele tekortkomingen ontdekt in baanbrekende Nederlandse onderzoeken die cruciaal zijn als wetenschappelijke basis bij jongeren voor internationale genderklinieken.
“Het is heel belangrijk dat Zembla dit onderwerp heeft aangepakt en heeft ontdekt hoe moeilijk het is om experts voor de camera te krijgen. Voor andere media wordt het nu makkelijker om hier kritischer naar te kijken.
“Er is geen controlegroep [in de onderzoeken uit 2011 en 2014 van de Amsterdamse genderkliniek], en alle patiënten die puberteitsblokkers kregen, kregen tegelijkertijd ook psychologische begeleiding, dus twee behandelingen liepen naast elkaar”, zei onderzoeksmethodoloog Gerard van Breukelen van de Universiteit Maastricht in een nieuwe documentaire, “Het Transgender Protocol“, uitgezonden door het Nederlandse onderzoeksjournalistieke programma Zembla.
Professor van Breukelen zei dat de zwakke opzet van de Nederlandse onderzoeken het onmogelijk maakte om te bepalen welke behandeling effectief was. “Je kunt die vraag niet beantwoorden zonder controlegroep, we tasten volledig in het duister.”
Van de Nederlandse publicaties uit 2011 en 2014 wordt algemeen gezegd dat ze internationaal nog steeds het beste beschikbare bewijs vormen voor gemedicaliseerde geslachtsverandering bij minderjarigen.
Het Nederlandse team en hun naar verluidt zorgvuldige selectie van patiënten van wie gedacht wordt dat ze een succesvolle medische transitie zullen doormaken, wordt vaak gecontrasteerd tegen de risicovolle versnelde behandeling van het Amerikaanse “genderbevestigende” behandelingsmodel.
De Zembla-documentaire weerspiegelt echter een trend van scherper internationaal onderzoek naar de Nederlandse studies zelf en meer scepsis over hun beweringen over gunstige resultaten.
Waarom de op één na beste?
De Zweedse psychiater en onderzoeker professor Mikael Landén, die betrokken was bij de Zweedse systematische review uit 2021 voor de wetenschappelijke basis van gemedicaliseerde geslachtsverandering bij minderjarigen, vertelde Zembla dat “de onderzoeken op dit gebied [van genderdysforie bij jongeren] van lage kwaliteit zijn en niet geaccepteerd zouden worden als bewijs op andere gebieden [van de geneeskunde]”.
Hij werkte al sinds de jaren 90 op het gebied van genderdysforie, had hormonen voorgeschreven en kende het lijden van zijn patiënten.
“Ik wil de beste zorg voor iedereen”, zei hij.
“Maar we weten niet of [de medische behandeling voor dysforie] goed of slecht is. Waarom zou je voor deze patiëntengroep een lager niveau van bewijs vereisen dan voor alle andere patiëntengroepen?”, zei professor Landén.
“Je onderwerpt mensen aan levenslange, zeer krachtige medische behandelingen, zelfs operaties. Je amputeert delen van het lichaam.”
Drie andere door Zembla genoemde Nederlandse experts op het gebied van onderzoeksmethodologie waren het met professor van Breukelen eens dat het ontbreken van een controlegroep in de Nederlandse studies een ernstige tekortkoming was. Ook was er kritiek op de kleine omvang van de patiëntengroep, het hoge uitvalpercentage en het overlijden van één jongere na de operatie.
Een niet bij naam genoemde professor in de methodologie, geciteerd door het programma, zei dat het Nederlandse onderzoek “geen solide basis is voor het uitvoeren van radicale niet-omkeerbare medische interventies”.
Het detail
Vanaf eind jaren negentig pionierden Nederlandse artsen met het gebruik van puberteitsremmers om ongewenste seksuele ontwikkeling bij “jeugd transseksuelen” te onderdrukken, gevolgd door geslachtsveranderende hormonen en chirurgie op volwassen leeftijd. Men hoopte dat de slechte resultaten bij volwassen transseksuelen verbeterd konden worden door eerder medisch ingrijpen.
“Elke kritiek op de medische praktijk in wat je ‘gendergeneeskunde’ zou kunnen noemen, wordt geframed als transfobie – zelfs als je betoogt dat het in het belang is van de mensen die lijden aan genderdysforie om behandelingen te ondergaan die solide zijn bewezen door robuuste wetenschap.
Het resulterende “Nederlandse protocol” werd internationaal aangenomen toen het aantal jonge mensen dat zich identificeerde als transgender of non-binair een ongekende stijging doormaakte, beginnend rond 2010-2015. Een vooraanstaande Nederlandse arts, Dr. Thomas Steensma, heeft kritiek geuit op genderklinieken buiten Nederland voor het “blindelings overnemen” van de Nederlandse protocolbehandelingen zonder onderzoek te doen naar hun eigen verschillende patiëntengroepen.
De Zembla documentaire citeerde de Zweedse kinder- en jeugdpsychiater Dr. Angela Sämfjord – die betrokken was bij de opening van de Lundstrom Gender Kliniek in 2016 – toen ze zei dat de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek “heel belangrijk” was omdat het “de basis” was voor genderzorg wereldwijd.
Ondanks het belang van de kwestie constateerde Zembla dat van de vijf experts die het vroeg om de Nederlandse studies te beoordelen, alleen professor van Breukelen van de Universiteit Maastricht bereid was om in de documentaire te worden genoemd. Een methodoloog van het Universitair Medisch Centrum Utrecht werd gewaarschuwd dat zich uitspreken “slecht zou zijn voor zijn carrière”.
De Nederlandse mediasocioloog Dr. Peter Vasterman – die in december 2022 meeschreef aan een baanbrekend opinieartikel waarin werd opgeroepen tot een “kritische, onafhankelijke evaluatie” van de gendergeneeskunde in Nederland voordat de capaciteit zou worden uitgebreid – zei dat Zembla werd gezien als gezaghebbend en “een geprezen onderzoeksprogramma”, zij het dat het werd gerund door een “nogal woke” links-progressieve publieke omroep.
“Het is heel belangrijk dat Zembla dit onderwerp heeft aangepakt en heeft ontdekt hoe moeilijk het is om experts voor de camera te krijgen. Voor andere media wordt het nu makkelijker om hier kritischer naar te kijken. Het is geen exclusief ‘rechts’ onderwerp meer”, vertelde dr. Vasterman aan GCN.
“Het is moeilijk te zeggen of het programma politieke invloed zal krijgen. Veel hangt af van de nieuwe Nederlandse regering na de verkiezingen in november. De nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt staat aan kop en maakt dus een goede kans om in de regering te komen. Omtzigt is erg kritisch over de behandeling van kinderen met puberteitsremmers.”
“Vooringenomenheid zat vanaf het begin in het Nederlandse protocolonderzoek ingebakken. In de Zembla-documentaire vertelt de hoofdonderzoeker hoe ze haar mening over de werkzaamheid van de behandeling al klaar had voordat ze begon met het eerste onderzoek om de werkzaamheid van de behandeling vast te stellen.” – tweet, Louise Whelan, 27 oktober 2023
Transfobische wetenschap?
Dr. Hanneke Kouwenberg, een Nederlandse radioloog en nucleair geneeskundige die het debat over de genderkliniek heeft gevolgd, vertelde GCN dat het “veelzeggend was hoe drie van de vier methodologen geen commentaar wilden geven op het scherm uit angst voor repercussies”.
“Zo’n onbewezen ineffectieve behandeling met verstrekkende gevolgen op de lange termijn moet onmiddellijk worden gestopt”
“Elke kritiek op de medische praktijk in wat je ‘gendergeneeskunde’ zou kunnen noemen, wordt geframed als transfobie – zelfs als je betoogt dat het in het belang is van de mensen die lijden aan genderdysforie om behandelingen te ondergaan die solide zijn bewezen door robuuste wetenschap. Deze angst ondermijnt de wetenschappelijke methode ernstig, aangezien kritiek en herevaluatie van het grootste belang zijn.”
Zembla ontving naar verluidt een klacht van acht pagina’s van transactivisten voordat de documentaire werd uitgezonden en plaatste op hun website een Vraag&Antwoord ter rechtvaardiging van hun beslissing om de zwakke punten van het Nederlandse onderzoek te onderzoeken.
“We trekken niemands genderidentiteit of recht op transitie in twijfel. We vinden het heel belangrijk dat jongeren die zich aanmelden voor genderzorg de best mogelijke zorg krijgen en volledig geïnformeerd zijn over de effectiviteit en veiligheid van een behandeling”, aldus Zembla.
Stop het experiment
De Nederlandse groep Genderpunt, die streeft naar een open debat over de implicaties van genderideologie, vertelde GCN dat Zembla’s documentaire “bevestigde dat de onderzoeksgegevens van Nederlandse genderklinieken onvoldoende bewijs leveren voor medische behandeling van kinderen met genderdysforie.”
“Men moet bedenken dat geen enkele medische ingreep een lichaam van het andere geslacht creëert. Alle chirurgie is cosmetisch, gericht op het verbeteren van genderdysforie en moet als zodanig worden geclassificeerd als palliatieve zorg.”
“Zo’n onbewezen ineffectieve behandeling met verstrekkende gevolgen op de lange termijn moet onmiddellijk worden gestopt”, zei een woordvoerster van de groep.
“Internationaal werd al op verschillende plaatsen [Finland, Zweden, Denemarken, Engeland en Florida] geconcludeerd dat het bewijs voor een geslachtsbevestigende behandeling erg zwak is.”
“Het feit dat dit nu erkend is door Nederlandse methodologische wetenschappers is veelzeggend, want Nederland is het leidende land als het gaat om genderbevestigende behandeling van kinderen en is de grondlegger van het Nederlandse protocol.”
Een sleutelfiguur in het Nederlandse onderzoek, Dr. Annelou de Vries, hoofdpsychiater aan het Amsterdam Universitair Medisch Centrum, protesteerde in het Zembla programma dat het gebruik van een controlegroep – om de uitkomsten tussen behandelde en onbehandelde patiënten te kunnen vergelijken – onethisch zou zijn geweest.
De door Zembla geraadpleegde methodologen zeiden echter dat er in feite alternatieve methoden waren die niet noodzakelijkerwijs een placebobehandeling vereisten en die door de Amsterdamse kliniek had kunnen worden gebruikt om het onderzoek te versterken. De systematische review van Zweden suggereert enkele opties.
De enige remedie
Als arts gaf Dr. Kouwenberg een meer fundamentele kritiek op het Nederlandse protocol.
Ze zei dat de valse bewering dat er geen alternatief is voor puberteitsblokkers, niet alleen leidde tot een “lock-in” van de artsen, die toch al gevoelig waren voor vooringenomenheid, maar “nog gevaarlijker” voor het grote publiek en de patiënten.
“Het doel van geneeskunde is om lijdende condities te genezen of te verbeteren met zo min mogelijk bijkomende schade”, vertelde ze GCN.
“Vanuit dat perspectief is desistance [het opnieuw omarmen van het geboortegeslacht vóór medicalisering] een wenselijke uitkomst. Het is de enige echte remedie die er bestaat.
“Dit is niet omdat het doel is om ’transheid uit te roeien’, maar desistance maakt medische interventie en dus iatrogene schade [toegebracht door medicijnen] overbodig.
“Geen enkele behandeling die het resultaat van desistance ondermijnt, is daarom naar mijn mening aanvaardbaar”, zei Dr. Kouwenberg.
“Men moet bedenken dat geen enkele medische ingreep een lichaam van het andere geslacht creëert. Alle chirurgie is cosmetisch, gericht op het verbeteren van genderdysforie en moet als zodanig worden geclassificeerd als palliatieve zorg.”
Ze zei dat ze zich bewust was van de Nederlandse versie van de eed van Hippocrates die artsen hebben afgelegd, met daarin het voorschrift: “Ik ben me bewust van mijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij”.
“Dit is waar gendergeneeskunde hopeloos tekortschiet, zoals de uitzending van Zembla heeft bewezen.”
Dr. Kouwenberg betwistte de bewering van de genderclinici dat kinderen de gevolgen van puberteitsremmers konden begrijpen. Hoewel jonge patiënten werd verteld dat deze interventie omkeerbaar was, toonden de beschikbare gegevens aan dat “desistance vrijwel verdwijnt onder puberteitsonderdrukking”, zei ze.
Ze zei dat de valse bewering dat er geen alternatief is voor puberteitsblokkers, niet alleen leidde tot een “lock-in” van de artsen, die toch al gevoelig waren voor vooringenomenheid, maar “nog gevaarlijker” voor het grote publiek en de patiënten.
“Het fundamentele probleem is dat het genderbevestigende verhaal naar buiten is gebracht en met succes is gesponnen als ‘zelfmoordpreventie’ voordat er enig solide bewijs was geleverd”, zei ze.
“Alleen als het verhaal wordt vervangen door een meer accurate weergave van de wetenschappelijke feiten, zou men een kans kunnen hebben om een gerandomiseerde, placebogecontroleerde of op zijn minst case-gecontroleerde studie uit te voeren, zonder valse bezwaren dat het ‘onethisch’ zou zijn om dergelijke studies uit te voeren.”
Patiënt flip
Ongeacht de kwaliteit van de Nederlandse studies is het onduidelijk of ze van toepassing zijn op de huidige dominante patiëntengroep van tienermeisjes die vaak kampen met ernstige psychiatrische stoornissen.
De Nederlanders werkten vooral met de klassieke genderdysforie-patiënt – een man van wie het onbehagen over zijn lichaam al sinds zijn vroege jeugd voortduurt.
De nieuwe groep van voornamelijk vrouwelijke adolescenten zonder duidelijke voorgeschiedenis van genderproblemen werd opgemerkt door artsen in Finland, Zweden en Engeland.
De Amerikaanse gezondheidsonderzoeker Dr. Lisa Littman heeft een hypothese opgesteld over een nieuwe aandoening – snelle genderdysforie (ROGD) – die gepaard gaat met stress tijdens of na de puberteit en met mogelijke invloeden van sociale netwerken of van leeftijdsgenoten. Deze patiënten bleken vaak achteruit te gaan na hun trans of non-binaire identificatie.
De woordvoerster van Genderpunt zei: “We denken wel dat de oorspronkelijke aanpak van het Nederlandse protocol restrictiever was dan nu internationaal gebruikelijk is. Er werd uitgebreide counseling en psychologische zorg gegeven voordat men overging tot medicatie of chirurgische behandeling.”
“Het is onduidelijk wat de situatie in Nederlandse klinieken nu is, gezien het feit dat de populatie nu voornamelijk bestaat uit adolescenten met ROGD.”
De Zweedse dr. Sämfjord vertelde tijdens de Zembla documentaire dat ze niet de enige genderarts was die twijfels had over de behandeling van deze nieuwe patiëntengroep – twijfels die ertoe hebben geleid dat ze in 2018 ontslag nam bij de Landstrom-kliniek.
“We hadden allemaal twijfels. We begonnen ons vragen te stellen omdat de patiëntengroep niet dezelfde leek te zijn als in de onderzoeken uit Nederland”, zei ze.
“We hadden veel adolescenten die laat in de puberteit begonnen met gender incongruentie. Ze hadden veel neuropsychiatrische symptomen, zoals autisme. Dat werd niet verklaard in de Nederlandse onderzoeken.