Jordan Peterson

The Telegraph
Gepubliceerd op 16 juni 2020
Jordan Peterson
Origineel: We are sacrificing our children on the altar of a brutal, far-Left ideology

We offeren onze kinderen op het altaar van een brutale, extreem-linkse ideologie

Het medische beroep brokkelt af als antwoord op radicale transgender activisten

Er zijn duidelijke bewijzen dat veel samenlevingen in de oudheid kinderen aan hun goden offerden. Ouders in de oude Fenicische kolonies in Carthago, Sicilië, Sardinië en Malta doodden hun kroost alvorens het te cremeren, in de hoop dat de goden hun stemmen zouden horen en hen zouden zegenen.

Wij zijn hier terecht ontzet over, hoewel ik mij soms afvraag of wij veel meer begrip hebben voor kinderoffers dan wij willen toegeven.

Ik zag laatst een video van een Amerikaanse chirurg die opschept dat hij meer dan 3000 dubbele borstamputaties heeft uitgevoerd bij jonge vrouwen die betaald hadden voor geslachtsverandering, mensen die verward zijn – je zou kunnen zeggen aangemoedigd – door degenen die ervan profiteren, geloven dat hun puberale emotionele beproevingen kunnen worden “genezen” en het geluk voor altijd kan heersen, als zij zich aan deze wrede praktijk onderwerpen.

En het is wreed – een proces dat vaak niet alleen de eerder genoemde borstamputaties omvat, maar ook andere afschuwelijke chirurgische processen: orchiectomie (dat is castratie, in bottere taal), het verwijderen van de baarmoeder, het afbreken van het spierstelsel van de onderarm om iets te maken wat geen penis is, maar wel als zodanig moet worden aangeduid – dat alles.

Iemand die zich voordoet als arts en dit bij kinderen doet, lijkt mij een gevangenisstraf waard.

Wat is er gebeurd met de doctrine die in het oude taalgebruik wordt uitgedrukt als primum non nocere – eerst geen kwaad doen?

De eed van Hippocrates is vervangen door een waanidee: een overtuiging die kan worden samengevat als “door de puberteit van kinderen te blokkeren en ze vervolgens chirurgisch te veranderen, herstellen we alleen wat hun rechtens toekomt. De gevoelens van een kind zijn de uiteindelijke beslissers over hun reproductieve bestemming, en elke poging om hun geslachtsidentiteit te betwisten dreigt hun neiging tot zelfmoord te vergroten”.

Leugens. Leugens. Leugens. Dan slagers aan het werk.

Veranderende normen

Psychologen – in mijn eigen persoonlijke vakgebied – hebben zich overgegeven aan deze groepsgedachte. De “Task Force on Guidelines for Psychological Practice with Transgender and Gender Nonconforming People (TGNC)” van de American Psychological Association dringt erop aan dat psychologen en andere professionele hulpverleners “trans-affirmatieve” zorg bieden, te beginnen met aardigheidjes zoals het ophangen van “TGNC-affirmatieve middelen in wachtruimtes”. Aan hulpverleners wordt ook gevraagd om te onderzoeken “hoe hun taalgebruik (b.v. gebruik van verkeerde voornaamwoorden en namen) het gender binariteit kan versterken op openlijke of subtiele en onbedoelde manieren”.

Deze richtlijnen lezen in de eerste plaats als een door marxistische ideologen geschreven handboek voor indoctrinatie, en in de tweede plaats als een document dat is ontworpen om de praktijk van de therapie zelf te ondermijnen en te vernietigen.

Maar in een alarmerend tempo hebben deze “richtlijnen” zich omgevormd tot strafwetten die bepalen wat een psycholoog of counselor mag zeggen en denken in relatie tot zijn cliënten.

Laat ik heel duidelijk zijn: sprekend als professional, of het nu in Amerika, Groot-Brittannië of waar dan ook is, is het niet de taak van een therapeut om de “identiteit” van iemand die hij onder zijn hoede neemt te “bevestigen” of, omgekeerd, te ontkennen. Mensen komen naar een therapeut, vaak na lang en pijnlijk beraad, omdat ze lijden, verward zijn, of beide. Het is de taak van de therapeut om te luisteren, vragen te stellen en voorzichtig te werk te gaan, zonder goedkoop advies te geven (en daarmee het succes van de cliënt te stelen of hem op te zadelen met mislukkingen) en zonder te veronderstellen dat hij speciale kennis heeft over de juiste uitkomst voor een bepaalde persoon.

Ik zou een 18-jarige vrouw nooit vertellen dat ze absoluut gelijk heeft als ze zich soms mannelijker dan vrouwelijk voelt (hoe dat gevoel zich ook manifesteert), en als ze denkt dat een operatie het antwoord is, zou ik haar geen hormonen aanraden. In plaats daarvan zou ik vele weken, misschien zelfs maanden of jaren, naar haar luisteren om haar verhaal te ontrafelen, waarbij ik voorzichtigheid als mijn parool zou gebruiken, en haar helpen om tot een grondig en goed ontwikkeld begrip te komen van zowel haar autobiografische geschiedenis als haar lotsbestemming.

Dat is geen “bevestiging” en het is ook geen “ontkenning“. Hoe zou ik een van beide durven te doen wanneer iemand naar mij toekomt omdat hij in de war en wanhopig is – een toestand van dubbele ervaring die wijst op een diepe verwarring over de identiteit zelf?

Radicale nieuwe richtlijnen

Ik concentreer me op de American Psychological Association (APA) omdat dit de instantie is die de normen en idealen voor de klinische praktijk in de dichtstbevolkte democratie ter wereld vaststelt – beginselen die zich in het Westen in ruimere zin verspreiden, ook in Groot-Brittannië. Sommige van hun “richtlijnen” zijn ontstellend genoeg om ontleed te moeten worden:

“Richtlijn 1. Psychologen begrijpen dat gender een niet-binaire constructie is die een scala aan genderidentiteiten mogelijk maakt en dat de genderidentiteit van een persoon mogelijk niet overeenkomt met het bij de geboorte toegewezen geslacht.

Ik begrijp deze radicale postmoderne definitie van sekse niet, een definitie die berust op het “diep gevoelde” of “inherente gevoel” van een persoon om het ene geslacht boven het andere te zijn, ongeacht de biologie.

Psychologisch is het onbetwistbaar dat een niet te verwaarlozen deel van de mannen een vrouwelijk temperament heeft (wat in wezen betekent dat zij meer negatieve emoties ervaren zoals angst en de analogieën van pijn – verdriet, frustratie, teleurstelling, depressie) en inschikkelijker (meelevend/beleefd) is dan typische mannen, en evenzeer is het waar dat een niet te verwaarlozen deel van de vrouwen een mannelijk temperament heeft. Maar dit verandert niets aan de manier waarop, objectief gezien, professionals het geslacht van een persoon moeten meten.

Psychologen hebben er ooit voor gezorgd dat metingen de standaardpraktijken van validiteit en betrouwbaarheid volgden. Lees bijvoorbeeld maar eens een document dat in 2014 door de APA zelf is gepubliceerd, waarin staat dat een psycholoog, die de moeite waard is, verplicht is om “constructen” (d.w.z. termen als “gender“) op een technisch geschikte manier te gebruiken. Dat betekent op zijn minst dat fundamentele attributen meetbaar moeten zijn en goed gemeten moeten worden.

Maar dat gaat allemaal het raam uit als we het nu hebben over de magie van het “gender“, dat volledig subjectief gedefinieerd is, ook al is vasthouden aan die definitie ontegenzeggelijk in strijd met de vroegere normen. Maar gevoelens boven alles! En het is geen grapje. Vooral niet als je 15 bent en een operatie hebt ondergaan waardoor je je niet meer kunt voortplanten, vaak door een gevoel van morele superioriteit die je herkende in anderen, of een gevoel van zelftoegeschreven “compassie” – een woord dat me steeds meer doet huiveren als ik het tegenkom.

Nieuwe doctrines

Psychologen nemen nu ook de simpele en allesbehalve revolutionaire doctrine van “intersectionaliteit” klakkeloos over. En wat is die doctrine? Niets anders dan de bewering dat menselijke wezens gekenmerkt worden door identiteiten die meerdere dimensies omvatten. Ieder mens heeft een ras, etniciteit, geslacht, temperament (alleen daar al vijf dimensies), intelligentieniveau, enz. Dat weten we al heel lang. Het is pas een cultureel hoogtepunt geworden sinds dwazen het voor de hand liggende feit opmerkten dat minderheidsstatus additief of multiplicatief kan zijn. Ik haat het zelfs om daarop te wijzen, aangezien iedereen met enig gezond verstand ook wist, zonder enige statistische opleiding, dat het mogelijk was om bijvoorbeeld van Latino afkomst te zijn (of zelfs “LatinX”, om die absurde, vernederende en neerbuigende term te gebruiken) en tegelijkertijd vrouw.

Men kan dit echter niet in twijfel trekken zonder bang te zijn door collega’s te worden verstoten. Let op de afschrikwekkende formulering van richtlijn 7:

“Psychologen begrijpen de noodzaak om sociale veranderingen te bevorderen die de negatieve effecten van stigmatisering op de gezondheid en het welzijn van TGNC’ers verminderen.”

Samenvattend: als je geen activist bent (en een van onze activisten) dan kun je maar beter over je schouder meekijken.

Dus wat moet mijn gedrag als therapeut bepalen, en uw verwachtingen als cliënt? Het antwoord daarop is: wat de activisten naar eigen goeddunken als prioriteit beschouwen. En onthoud dat in de rechtszaal, mensen.

Actieve kwaadwilligheid

Ik schaam me er steeds meer voor klinisch psycholoog te zijn, gezien de volslagen lafheid, ruggengraatloosheid en apathie die veel collega’s en nog meer mijn beroepsverenigingen kenmerkt. Over 20 jaar, als we allemaal spijt krijgen van dit vreselijke sociale experiment, kan ik tenminste zeggen: “Ik heb nee gezegd toen ze er allemaal op kwamen aandringen dat we zouden deelnemen aan de opoffering van onze kinderen”. Andere landen, en Groot-Brittannië in het bijzonder, mogen niet dezelfde fouten maken zoals in de VS en elders.

Ik kan niet instemmen met wat we doen. Ik kan me niet neerleggen bij wat de doctrines van mijn discipline zijn geworden. Ik ben van mening dat de handelingen van de medische “beroepsbeoefenaren” die zich haasten om jonge mensen te verminken, te steriliseren en te schaden met wat duidelijk onverstandige, gevaarlijke, experimentele procedures zijn, de grens overschrijden van “geen schade berokkenen“, tot regelrechte schade berokkenen.

Alleen als we onze kop in het zand steken, zullen steriliteit, verminderde of afwezige seksuele functie, complexe reacties op slecht begrepen hormonen, kosten – en, vermengd met dat alles, ellende en verwarring – voor talloze jonge mensen voortduren. We moeten de bedreiging van de integriteit van het hele onderwijssysteem aanpakken, nu de indoctrinatie in diezelfde filosofie toeneemt die aan de basis ligt van deze chirurgische onderneming en de “richtlijnen” van de APA. Het bedreigt het algemene vertrouwen van het publiek waar onze vrede en welvaart van afhangt.

En, tussen haakjes: het zal zeker het geval zijn dat een onevenredig aantal kinderen die “bevrijd” zijn van hun geslachtsverwarring, zouden zijn opgegroeid tot fysiek intacte en volledig functionele homoseksuele volwassenen. Moet ik erop wijzen dat dit onsmakelijke feit de spot drijft met elke bewering dat de uitgebreide alfabetische wereld van de LGBTQ+ coterie een homogene en verenigde “gemeenschap” vormt.

Wij hebben de grens overschreden van ideologische bezetenheid naar actieve kwaadwilligheid – en wij vermenigvuldigen onze schuld door onze afschuwelijke daden toe te schrijven aan “medelijden“. De hemel helpe ons. Waarlijk.


Home » Artsen en psychotherapeuten: slagers en leugenaars

Share This