Gepubliceerd op 5 juli 2024
door Martin Harlaar
Origineel: Humanistisch Verbond – Een omstreden conferentie in de Vrije Universiteit van Amsterdam
Waarschuwing: dit verslag bevat ironisch en sarcastisch taalgebruik.
Trans Zorg Nu!’, organisator van het protest, verspreidde in de weken voorafgaand aan de conferentie een fraai vormgegeven oproep die ongetwijfeld bij elke rechtgeaarde anarcha-queer in de smaak zal zijn gevallen. De hoofdkleur is zwart met op de achtergrond enkele tientallen gebalde vuistjes. De portretjes van vijf ’trans hating pseudoscientists’ zijn rood, alsof zij zich reeds in het voorgeborchte van de hel bevinden, een plaats waar ze volgens de activisten zeker en vast thuishoren. Boven de portretjes lezen we in maagdelijk witte letters: ‘Protect trans youth. Stop these transphobes now!’ en ‘We can not allow this war on trans youth to spread to the Netherlands’.
Jilles Smids, een van de twee organisatoren van de conferentie in de Vrije Universiteit, was op 20 januari in Gent aanwezig bij de presentatie van het boek dat ik heb samengesteld, Het genderexperiment. Wij ’transfoben’ steunen elkaar door dik en dun als het gaat om het voorbereiden van ’trans genocide’ en daarom was ik samen met twee Belgische coauteurs van het boek aanwezig op deze conferentie in de VU. Gewoon een kwestie van internationale solidariteit. Ik verwachtte een zaal vol samenzwerende ’transfoben’, maar ik kwam bedrogen uit.
De conferentie had als titel Towards non-medical approaches in the care for minors with gender dysphoria: international and interdisciplinary perspectives oftewel Naar niet-medische benaderingen in de zorg voor minderjarigen met genderdysforie: internationale en interdisciplinaire perspectieven.
Geen wonder dat Trans Zorg Nu! protesteerde! Niet-medische benaderingen zijn onacceptabel voor de anarcha-queere voorhoede van de LHBTIQ+ community. Trans Zorg Nu! eist puberteitsremmers, cross-sekse hormonen en chirurgisch ingrijpen voor iedereen die erom vraagt. ‘Geen diagnose’ en ‘Zelfbeschikking op elke leeftijd’, zo lezen we op hun Facebookpagina. Hoezo, artsen die diagnoses stellen? Het moet niet gekker worden! Artsen dienen slechts uit te voeren wat al die klanten met hun unieke genderidentiteiten eisen!
Trans Zorg Nu! stond niet alleen in haar eisen. 22 transgender belangenorganisaties riepen hun aanhangers op om op donderdag 27 juni van 8 tot 12 uur voor de Vrije Universiteit te demonstreren. Toen ik mijn fiets op veilige afstand van de hoofdingang van de VU in een fietsenrek had geplaatst en te voet mijn weg vervolgde, kwam ik eerst twee politiebusjes tegen. Zou de sterke arm het deze ochtend druk krijgen? Ik sloot het niet uit, want het was werkelijk héérlijk weer om te demonstreren, maar wellicht nog wel wat aan de vroege kant voor de gemiddelde activist. Ik keek op mijn horloge: 8.26 uur.
Tegenover de hoofdingang zag ik wat demonstranten staan. Zo te zien had elk van de 22 transgender belangenorganisaties slechts één vertegenwoordiger mogen afvaardigen. Sommige anarcha-queere demonstranten toonden hun solidariteit met de Palestijnse zaak door middel van vlaggen en sjaals. Andere demonstranten waren kennelijk bang om via aerogene transmissie besmet te worden met een of ander heteronormatief virus en droegen een lichtblauw mondkapje.
Op een podium probeerde iemand met een baard de stemming er een beetje in te brengen door in een microfoon een leuze te schreeuwen en die keer op keer te herhalen. De verstaanbaarheid leed helaas onder het volume. Een dag later las ik in Trouw, dat er was geroepen: ‘Fuck de VU, Trans Zorg Nu!’ Je kunt veel van deze leuze zeggen, maar niet dat hij niet rijmt. Je moet er niet aan denken dat deze conferentie in die andere Amsterdamse universiteit zou zijn gehouden, in de UvA. Daar is geen rijmwoordenboekje tegen opgewassen. De demonstratie zou tot mislukken gedoemd zijn geweest. Nu konden deze strijdlustige demonstranten tenminste de hoop blijven koesteren dat deze leuze tot diep in het gebouw zou doordringen en de daar samenspannende ’transfoben’ de verwerpelijkheid van hun opvattingen zou doen inzien.
Instinctief wisten we dat we ons die dag gedeisd moesten houden. We vormden slechts een kleine minderheid. Maar hoe klein?
Tegenover de ingang van de VU was met plakband aan een balustrade een wit plakkaat vastgemaakt met daarop in zwarte hoofdletters: ‘CASS, LANDÉN, KALTIALA. YOUR HATE KILLS TRANS YOUTH’.
Trans Zorg Nu! had om zeer begrijpelijke redenen zijn pijlen vooral gericht op deze drie keynote speakers: de Britse kinderarts Hilary Cass, de Zweedse psychiater Mikael Landén en de Finse psychiater Riittakerttu Kaltiala.
Cass heeft enkele maanden geleden een omvangrijk rapport gepubliceerd over de genderzorg voor jongeren in Groot-Brittannië. Landén en Kaltiala zijn werkzaam in de genderzorg. Alle drie staan kritisch tegenover de genderzorg zoals die aan jongeren geboden werd en wordt. Reden genoeg voor Trans Zorg Nu! om deze drie te ontmaskeren als ’trans hating pseudoscientists’.
De 22 transgenderorganisaties hadden ook een brief geschreven aan het College van Bestuur van de VU: ‘Betreft: Grote zorgen vanwege haatdragende sprekers tijdens conferentie’.
Een citaat uit de brief: ‘Op deze conferentie wordt ruimte geboden aan verschillende uiterst controversiële sprekers. Enkele mensen hebben banden met haatzaaiende antitransgender organisaties of staan bekend om het verspreiden van zeer schadelijke misinformatie. In het bijzonder willen wij onze zorgen uiten over de komst van Hilary Cass (…), Riittakerttu Kaltiala (…) en Mikael Landén (…). Deze sprekers krijgen tijdens de conferentie een breed platform zonder noemenswaardig kritisch weerwoord’.
De lichaamstaal van Annelou de Vries maakte duidelijk, dat de conferentie voor haar niet had gehoeven. Als ze het niet met een spreker eens was, draaide ze haar hoofd weg en haar gelaatsuitdrukking duidde dan op walging, afkeer, weerzin of aversie.
Ik had mij verheugd op een dag met uitsluitend gelijkgestemden; dat geeft zo’n fijn ‘samen staan we sterk, ons kan niets gebeuren’-gevoel, maar – zoals ik hier boven reeds schreef – ik kwam bedrogen uit. Het begon al in de ruimte waar de deelnemers zich voorafgaand aan de conferentie verzamelden. Zij konden daar koffie, thee of water inschenken. Onder deze mensen – waarvan velen elkaar bleken te kennen en gezellig onder het genot van een drankje met elkaar converseerden – bevonden zich geen mij bekende ’transfoben’.
Ik was blij dat ik bij de incheckbalie een van de coauteurs van Het genderexperiment was tegengekomen, want anders had ik mij geheel verloren gevoeld. Vlak voordat we werden verzocht om ons naar de conferentieruimte te begeven, kwam tot mijn opluchting ook nog de tweede coauteur binnen. Instinctief wisten we dat we ons die dag gedeisd moesten houden. We vormden slechts een kleine minderheid. Maar hoe klein?
Dagvoorzitter prof. Arne Popma heette iedereen in het Engels welkom en vertelde wat er die dag op het programma stond.
Omdat genderdysforie en alles wat daarmee samenhangt tegenwoordig uiterst gevoelig ligt, was er besloten dat na afloop door niemand van de aanwezigen verteld mocht worden wat er precies gezegd was door welke spreker. Voor de zekerheid vertel ik helemaal niets inhoudelijks over wat er tijdens de conferentie gezegd is.
De drie ’trans hating pseudoscientists’ mochten als eersten hun praatje houden.
In het tweede deel van het programma spraken nog zes academici. Ik meende uit de reacties in de zaal te mogen afleiden dat psychiater dr. Annelou de Vries (zij is betrokken bij het genderteam van de VU) aanzienlijk meer medestanders in de zaal had dan filosoof, ethicus en een van de twee ’transfobe’ organisatoren, dr. Jilles Smids.
De lichaamstaal van Annelou de Vries maakte duidelijk, dat de conferentie voor haar niet had gehoeven. Als ze het niet met een spreker eens was, draaide ze haar hoofd weg en haar gelaatsuitdrukking duidde dan op walging, afkeer, weerzin of aversie.
Jilles Smids was de laatste spreker. Titel van zijn praatje: ‘Ethical and philosophical reflections on the increased referrals, the aims of medical gender affirming care, and on non-medical approaches.’ Niet iedereen in de zaal bleek in de stemming voor ethische en filosofische reflecties. Een collega van Annelou de Vries verweet Smids na afloop van zijn praatje dat hij een statistiek van hem verkeerd had geïnterpreteerd. Dat was het sein voor het aanwezige bestuurslid van de transgender belangenorganisatie Transvisie om Smids nog wat andere verwijten te maken. Het was duidelijk dat meerdere aanwezigen het zeer op prijs stelden dat de ’transfobe’ Smids werd aangepakt.
Uit het praatje van dagvoorzitter prof. Arne Popma ter afsluiting van de conferentie werd duidelijk, dat men bij de VU lang had moeten nadenken of men wel aan deze conferentie zou meewerken.
Vele van de aanwezigen zaten er duidelijk niet op te wachten om naar genderkritische praatjes luisteren, zoveel was mij wel duidelijk geworden. Ik zat hoog achterin de amfitheaterzaal en kon zien hoe, vooral aan één kant van de zaal, keer op keer blikken van verstandhouding gewisseld werden.
Toen iedereen de zaal verliet, ging ik naar Jilles Smids toe en sprak mijn verbazing erover uit dat er vanuit de zaal gedurende de hele dag slechts één genderkritisch geluid was geuit. Hij bevestigde dat het merendeel van de genodigden niet genderkritisch was. Jilles wees mij op twee vrouwen die dat wel waren. Een daarvan herkende ik als degene die dat genderkritische geluid had laten horen. Ik kende de twee vrouwen niet, maar toen ik met hen in gesprek raakte, bleken ze bij mij in het dorp te wonen. Ik gaf ze mijn visitekaartje dat ik speciaal voor deze gelegenheid had laten drukken. Tot mijn aangename verrassing hadden ze Het genderexperiment al gelezen.
In de ruimte waar men ter afsluiting van de dag nog een drankje kon drinken, sprak ik Annelou de Vries aan. Alle sprekers hadden zich op dezelfde manier voorgesteld aan de mensen in de zaal: ze vertelden hoe ze heten en wat ze deden. Annelou de Vries had, nadat ze haar naam had genoemd, nog iets anders gezegd, maar ik wist niet of ik het goed had verstaan. Ik vroeg daarom of ik haar iets mocht vragen. ‘Ik weet niet of ik het goed hoorde, toen je je aan het publiek voorstelde, maar ik verstond iets in de trant van “I am a queer person”.’ Ja, dat klopte. Dat was heel gebruikelijk. ‘Maar wat houdt dat dan in, queer?’ vroeg ik. Annelou zei dat dat véél te lang zou duren om uit te leggen en ze wilde weglopen, in elke hand een vol glas. Ik kon haar nog net mijn visitekaartje geven en vroeg haar om contact met mij op te nemen als ze het boek uit had. Ik dronk mijn blikje bier leeg en vertrok.
Mijn fiets stond er nog. Ik keek op mijn horloge. 17.28 uur. Het was een lange, leerzame dag. Terug naar mijn dorp.
In het kader van het ‘Grote vragen’-project (Diversiteit & Dialoog staan daarin centraal) probeert Martin Harlaar, in samenwerking met het Humanistisch Verbond, tot de kern van belangrijke maatschappelijke thema’s door te dringen. In 2021 verscheen zijn boek ‘De getemde mens. Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?’ en in 2022 ‘Ben ik wel woke genoeg?’. In januari 2024 verscheen ‘Het gender-experiment‘.