GENDERDYSFORIE FEITEN EN INFORMATIE
Oorzaak
Zelfbeeld als hoeksteen
Willen we iets zinnigs kunnen zeggen over genderdysforie, dan moeten we op zoek gaan naar wat aan de basis ligt. De moeilijkheid met betrekking tot de etiologie is dat er geen eenduidige factor werd gevonden om genderdysforie te bepalen. In plaats daarvan wordt genderdysforie algemeen beschouwd als een multifactoriële aandoening waarbij zowel psychologische als biologische aspecten een rol spelen.
Om er enige grip op te krijgen kan men een opdeling maken in drie verschillende soorten genderdysforie, waarin een onderscheid wordt gemaakt naar de verschillen in de beginleeftijd (kindertijd, adolescentie of volwassenheid), de beginsnelheid (geleidelijk of plotseling) en de bijhorende seksuele geaardheid.
Type 1 â Genderdysforie op kinderleeftijd
Dit type met een aanvang in de kindertijd komt zowel bij jongens als bij meisjes voor. De meesten van hen zullen zich in de adolescentie en volwassenheid aangetrokken voelen tot homoseksuele relaties. Risicofactoren die dit type van genderdysforie persisteren zijn sociaaleconomische status en autistische trekken (obsessioneel denken).
Type 2 â Autogynefiele genderdysforie
Komt quasi alleen voor bij mannen. Het wordt geassocieerd met de neiging om seksueel opgewonden te raken door de gedachte of het beeld van zichzelf als vrouw. Dit type genderdysforie begint in de adolescentie of de volwassenheid, en het begin is meestal geleidelijk.
Meer info: Autogynephilia Explained. Lees ook dit uiterst genuanceerd en inzichtelijk artikel van Joseph Burgo, PH.D: Sympathy for the Devil: Autogynephilia as Psychic Retreat
Type 3 â Rapid-onset genderdysforie (ROGD)
Dit is een recent fenomeen die verantwoordelijk is voor de huidige epidemie aan genderdysfore jongeren. Opvallend is dat ze geen teken van genderdysforie hadden als jonge kinderen. De grote meerderheid van hen zijn adolescente en jonge volwassen vrouwen. Voor het begin van hun ROGD zien ze zichzelf niet als heteroseksueel. Sociale besmetting is heel reëel, waardoor ze van zichzelf gaan geloven dat ze transgender zijn en dat dit de verborgen oorzaak was van hun problemen. Daarnaast werd vastgesteld dat er een grote comorbiditeit van bepaalde psychiatrische problemen, met name aspecten die verband houden met borderline persoonlijkheidsstoornis (bijv. niet-suïcidale zelfbeschadiging) en milde vormen van autisme, aanwezig zijn. Uitgebreide informatie is o.m. terug te vinden in de gepubliceerde studies van Lisa Littman. Zie ook het Genspect filmpje: What is ROGD?
Uiteraard is dit slechts een opdeling om het inzichtelijker te maken, wat betekent dat types nooit strak afgelijnd zijn. Bijvoorbeeld, waar iemand van het type 1, âgenderdysforie op kinderleeftijdâ dit voorheen in de adolescentie overwon, blijft deze niet ongevoelig voor de actuele sociale besmetting en de sociale acceptatie, waardoor deze blijft volharden. Als de uitdaging vervaagd, waarom zou deze van gedachten veranderen?
Onderstaand lijstje is een weergave van de meest voorkomende oorzaken:
- Neurodiversiteit, de gevolgen van concrete denkprocessen die kenmerkend zijn voor autisme spectrum stoornis (bijvoorbeeld, ik hou niet van jurken, daarom moet ik een jongen zijn).
- GeĂŻnternaliseerde homofobie.
- Beschermend mechanisme om herhaald seksueel trauma te voorkomen.
- Te wijten aan stress van het simpelweg niet passen in de stereotiepe verwachtingen van de samenleving over genderrollen.
- Slachtoffer van pestgedrag
- Autogynefilie (een heteroseksuele man die seksueel opgewonden raakt bij de gedachte aan zichzelf als vrouw).
Bovenstaande opdeling, en opsomming van mogelijke oorzaken maakt het niet noodzakelijk inzichtelijker. Al vlug raakt men verdwaald in de veelheid van opsommingen, en mist men een gefundeerde verklaring. Ook ontstaat de verleiding mensen toe te wijzen in het ene of andere vak, wat hen onrecht aandoet, en een illusie van echte en valse transpersonen opwekt.
Daarom is het interessant te wijzen op een gemeenschappelijke grond, dat genderdysforie eerder een signaal is, die aangeeft dat een onderliggend probleem moet worden aangepakt en dat de veerkracht en zelfacceptatie moet worden opgebouwd. Het ontbreken van zelfacceptatie is de basis van genderdysforie, en dit staat in correlatie tot ons zelfbeeld. De gedachten die we vormen over onszelf, maken hoe we het leven ervaren. Toch even opmerken, zelfbeeld heeft niets te maken met genderidentiteit. Genderidentiteit wordt door de translobby als een onveranderlijke eigenschap gepropageerd, die er meer toe doet dan het biologisch geslacht. Dit is fictie, en kan op geen enkele manier wetenschappelijk worden verantwoord. Het verspreiden van dit idee is verwerpelijk, omdat het mensen in de richting van een transitie duwt, en onherstelbare schade toebrengt.
In hoofdzaak verloopt de vorming van ons zelfbeeld onbewust, en wordt bepaald door het ons inpassen van onze gevoeligheden, aanleg en beperkingen in de omgeving waarin we terecht komen. Ons zelfbeeld is nooit een weergave van de werkelijkheid, of van hoe anderen ons zien. We kijken als het ware door een gekleurde lens. Misschien kunnen we dit nog het best begrijpen als het spanningsveld tussen onze innerlijke beleving en de buitenwereld. Worden we ons te bewust van ons zelfbeeld, of met andere woorden, vereenzelvigen we ons met dit zelfbeeld, dan wordt dit een bron van conflict en zelfkritiek. Het isoleert ons en maakt ons ontoegankelijk voor impulsen uit het onbewuste en uit de omgeving. Deze hyperreflectie, of gefixeerde identiteit is een universeel gegeven dat de grondslag vormt van veel menselijke leed. Hyperreflectie opent de weg naar waanbeelden, d.w.z. de projectie van de imaginaire wereld op de werkelijke wereld, en juist dit is de essentie van genderdysforie! Mensen zijn sowieso geneigd om te geloven wat hen goed dunkt. Het nuttige is goed, het begeerde is juist, het gewenste is werkelijk. Die mantra ligt aan de basis van elke waan, waardoor deze zo moeilijk herkenbaar is.
Interessant is de definitie van waan beschreven door Huub Mous:
De waan is een transformatie van de werkelijkheid tot een vorm van mateloosheid die als functie heeft het wegnemen van obstakels die een doel, dat als noodzakelijk wordt beschouwd, op structurele wijze in de weg staan. Het is dus een foutieve, maar niet zelden efficiĂ«nte âout-of-the-box-oplossingâ voor een onoplosbaar geacht probleem, dat een structureel gevoel van onbehagen heeft gecreĂ«erd.
Terug naar de werkelijkheid â Loslaten als redding
We kunnen vastlopen in ons denken en voelen, waardoor de werkelijkheid niet langer objectief wordt waargenomen. Herstel moet gericht zijn op de weg terug, in de verhouding tot onszelf en de werkelijkheid. Bevrijding ligt in zelfacceptatie. Dit is thuiskomen bij onszelf en ons verbonden weten.
De filosoof Ype de Boer heeft dit mooi geĂŻllustreerd vanuit de verhalen van de Japanse schrijver Murakami. Met een video van nog geen 3 minuten lang, âWat schrijver Murakami je leert over het levenâ wordt de essentie in een notendop weergegeven.
Wat vertelt Murakami ons over het leven? Als je het zou samenvatten in Ă©Ă©n zin, dan is het, dat we een eigen identiteit moeten vormen, of een authentiek zelf moeten vinden, dat we moeten worden wie we zijn, dat we dat moeten loslaten.
Als we kijken naar de hoofdpersonen aan het begin van zijn verhalen, dan krijgen we het idee dat deze mensen wel weten wie ze zijn. Dat ze een stabiel beeld van zichzelf hebben opgebouwd, en een leven hebben gemaakt waarin ze overzicht hebben.
Maar even constant als die uitgangspositie is de problematisering hiervan. Precies deze mensen die hun leven op die manier hebben ingericht, op het comfort, de routine, de zelfbescherming, hen overkomt iets waardoor een kloof wordt geslagen, tussen het oude leven, wie ze dachten die ze waren, en degene die ze nu zijn, of wat het leven hen nu biedt.
Hoe gaan zij hiermee om? Hoe gaan ze met die ervaring van gespletenheid om?
Er zijn 3 opties, die alle drie voorkomen:
1. Ontkenning: Of ze houden nog meer vast aan het oude zelf. Of ze proberen de crisis te ontkennen, terug te gaan naar hoe het was.
2. Wedergeboorte: Of ze ervaren dat moment als een crisis als een fase, waar ze doorheen moeten, om vervolgens een nieuw iemand te worden, even stabiel als voorheen, maar net iets anders.
3. Acceptatie: Of, en dat is de uiteindelijke optie, die bij Murakami naar voor komt. Ze leren die gespletenheid omarmen. Ze leren dat hele idee dat je iemand moet zijn, dat die stabiliteit zo belangrijk is, om dat los te laten. Want alleen op het moment dat we niet proberen overeen te komen met het beeld dat we van onszelf hebben gemaakt, of dat iemand anders van ons misschien heeft gemaakt, alleen dan is er ruimte voor verschil, voor verlangens die aan je status quo voorbijgaan, is er ruimte voor liefde, voor iemand anders die je leven beĂŻnvloed, in plaats van die ander die alleen maar een functie heeft in het verstevigen van dat beeld en dat leven dat je reeds had. Als wij leren de juiste afstand tot dat idee te houden, en natuurlijk blijven die beelden een rol in ons leven spelen, pas dan is er genoeg ruimte om daadwerkelijk nieuwe dingen toe te laten.
Het is duidelijk dat we pas in de derde optie vrij worden, mens worden in de volle betekenis van het woord. Als genderzorg werkelijk zorg is, dan moet het duidelijk zijn dat deze mensen moeten begeleid worden naar zelfacceptatie, en niet in het ontkennen van de realiteit, en in het bevestigen van een problematisch zelfbeeld.