Gepubliceerd op 9 februari 2023
door Jamie Reed
Origineel: The Free Press – I Thought I Was Saving Trans Kids. Now I’m Blowing the Whistle
Er zijn meer dan 100 pediatrische genderklinieken in de VS, in één van hen heb ik gewerkt. Wat er met kinderen gebeurt, is moreel en medisch verschrikkelijk.
Ik ben een 42-jarige queer vrouw uit St. Louis, politiek links van Bernie Sanders. Mijn kijk op de wereldbeeld heeft mijn loopbaan diepgaand gevormd. Ik heb mijn professionele leven besteed aan het adviseren van kwetsbare bevolkingsgroepen: kinderen in pleeggezinnen, seksuele minderheden, armen.
Bijna vier jaar lang werkte ik op de afdeling infectieziekten aan de Washington University School of Medicine met tieners en jongvolwassenen die hiv-positief waren. Velen van hen waren trans of gender non-conform, en daar herkende ik mezelf in: tijdens mijn jeugd en adolescentie stelde ik mezelf vaak vragen over gender. Ik ben nu getrouwd met een transman en samen voeden we mijn twee biologische kinderen op uit een eerder huwelijk en drie pleegkinderen die we hopen te adopteren.
Dat alles leidde me in 2018 naar een baan als casemanager bij het Washington University Transgender Center in het St. Louis Children’s Hospital, dat een jaar eerder was opgericht.
Toen ik erop wees dat de genderkwesties van de meisjes die massaal naar onze afdeling kwamen het gevolg zouden kunnen zijn van sociale besmetting, antwoordden de dokters dat genderidentiteit iets aangeboren weerspiegelde.
De aanname van het centrum was dat hoe eerder je kinderen met genderdysforie behandelt, hoe meer angst je later kunt voorkomen. Dit uitgangspunt werd gedeeld door de artsen en therapeuten van het centrum. Gezien hun expertise ging ik ervan uit dat er voldoende bewijs was om deze consensus te ondersteunen.
In de vier jaar dat ik in de kliniek werkte als casemanager – ik was verantwoordelijk voor de intake en het opvolgen van patiënten – kwamen er ongeveer duizend noodlijdende jonge mensen bij ons binnen. De meerderheid van hen kreeg hormoonrecepten die verwoestende gevolgen kunnen hebben, waaronder onvruchtbaarheid.
Ik verliet de kliniek in november vorig jaar, niet in staat om verder deel te nemen aan wat daar gebeurde. Tegen de tijd dat ik vertrok, was ik er zeker van dat de manier waarop het Amerikaanse medische systeem deze patiënten behandelt, het tegenovergestelde is van de belofte die we doen om ‘geen kwaad te doen’. Integendeel, we veroorzaken onomkeerbare schade aan de kwetsbare patiënten voor wie we zorgen.
Vandaag spreek ik me uit. Ik doe dit omdat ik weet hoe giftig het publieke debat is rond deze zeer controversiële kwestie – en ik ben me bewust van de manieren waarop mijn getuigenis kan worden misbruikt. Ik doe dit in de wetenschap dat ik mezelf ernstig persoonlijk en professioneel in gevaar breng.
Bijna iedereen in mijn leven adviseerde me om gewoon weg te kijken. Maar ik kan dat niet. Mijn geweten verhindert mij dit te doen. Want wat er met veel kinderen gebeurt, is belangrijker dan mijn troost. En wat er met hen gebeurt, is moreel en medisch verschrikkelijk.
De sluizen gaan open
Kort na mijn aankomst in het Transgendercentrum werd ik getroffen door het gebrek aan formele behandelprotocollen. De medebesturende artsen van het centrum waren in wezen de enige autoriteit.
Aanvankelijk kwam de patiëntenpopulatie overeen met het ’traditionele’ beeld van een kind met genderdysforie: een jongen, vaak vrij jong, die zich wilde voordoen – die wilde zijn – als een meisje.
De vele ontmoetingen die ik met patiënten heb gehad, hebben me laten zien hoe jonge mensen de ernstige gevolgen van een geslachtsverandering voor hun lichaam en geest niet kunnen begrijpen.
Tot ongeveer 2015 beperkte de populatie van de pediatrische genderdysforie zich tot een zeer klein aantal van deze jongens. Toen begon er in de hele westerse wereld een dramatische toename van een nieuwe populatie: tienermeisjes – van wie velen geen voorgeschiedenis van genderproblemen hadden – kwamen plotseling uit de kast als transgender en eisten onmiddellijke behandeling met testosteron.
Ik zag dit duidelijk in het centrum. Een van mijn taken was het verwelkomen van nieuwe patiënten en hun families. Toen ik begon waren er waarschijnlijk 10 dergelijke telefoontjes per maand. Toen ik wegging waren er 50, en ongeveer 70 procent van de nieuwe patiënten waren meisjes. Soms kwamen groepjes meisjes van dezelfde middelbare school.
Dit baarde me zorgen, maar ik had toen niet het gevoel dat ik in de positie was om alarm te slaan. Er was een team van ongeveer acht man en slechts één andere persoon had het soort vragen dat ik had. Wie twijfelde, liep het risico voor transfoob te worden uitgemaakt.
De meisjes die bij ons kwamen hadden vaak comorbiditeiten: depressie, angst, ADHD, eetstoornissen, obesitas. Velen werden gediagnosticeerd met autisme of hadden autisme-achtige symptomen. Uit een rapport van vorig jaar over een Brits pediatrisch transgendercentrum bleek dat ongeveer een derde van de patiënten die daarheen werden verwezen in het autismespectrum vielen.
Het gebeurde vaak dat onze patiënten verklaarden die en die stoornis te hebben terwijl het hele team kon zien dat dit niet het geval was. We hadden patiënten die zeiden dat ze het syndroom van Gilles de la Tourette hadden (terwijl dat niet zo was); dat ze een obsessief-compulsieve stoornis hadden (terwijl dit niet het geval was); dat ze meerdere persoonlijkheden hadden (terwijl ze die niet hadden).
De artsen erkenden deze valse zelfdiagnoses als een uiting van sociale besmetting. Ze erkenden zelfs dat zelfmoord een element van sociale besmetting heeft. Maar toen ik erop wees dat de genderkwesties van de meisjes die massaal naar onze afdeling kwamen het gevolg zouden kunnen zijn van sociale besmetting, antwoordden de dokters dat genderidentiteit iets aangeboren weerspiegelde.
Om met de transitie te beginnen, hadden de meisjes een aanbevelingsbrief nodig van een therapeut – meestal iemand die we hadden aanbevolen – die ze maar één of twee keer hoefden te zien voor groen licht. Om de taak van de therapeuten te vergemakkelijken, boden we hen een kant-en-klaar sjabloon aan voor een transitiebevestigingsbrief. De volgende stap was een eenmalig bezoek aan de endocrinoloog voor een testosteronrecept.
Meer was er niet voor nodig.
Wanneer een vrouw testosteron neemt, zijn de diepgaande en blijvende effecten van het hormoon binnen enkele maanden zichtbaar. De stem word dieper, baardgroei, lichaamsvet wordt herverdeeld. Seksuele interesse explodeert, agressie neemt toe en de stemming kan onvoorspelbaar zijn. Sommige van deze bijwerkingen (waaronder onvruchtbaarheid) werden aan onze patiënten uitgelegd. Maar nu ik in het centrum heb gewerkt, ben ik van mening dat tieners gewoon niet volledig kunnen bevatten wat het betekent om te besluiten onvruchtbaar te worden terwijl ze nog minderjarig zijn.
Bijwerkingen
De vele ontmoetingen die ik met patiënten heb gehad, hebben me laten zien hoe jonge mensen de ernstige gevolgen van een geslachtsverandering voor hun lichaam en geest niet kunnen begrijpen. Maar het Centrum minimaliseerde de negatieve gevolgen en drong aan op de noodzaak van de transitie. Zoals de website van het centrum vermeldde: “Als genderdysforie onbehandeld blijft, heeft het allerlei gevolgen, van zelfbeschadiging tot zelfmoord. Maar als je de genderdysforie wegneemt door een kind te laten zijn wie hij of zij is, merken we dat dat verdwijnt. Uit de onderzoeken waarover wij beschikken, blijkt dat deze kinderen vaak net zo goed of zelfs beter functioneren dan hun leeftijdsgenoten op psychosociaal vlak.”
Echter, geen enkel betrouwbaar onderzoek toont zoiets aan. De ervaringen van veel van de patiënten van het centrum bewijzen hoe onjuist deze beweringen zijn.
Hier is een voorbeeld. Op vrijdag 1 mei 2020 mailde een collega mij over een 15-jarige mannelijke patiënt: “Oh jee. Ik maak me zorgen dat [de patiënt] niet begrijpt wat bicalutamide doet.” Ik antwoordde: “Ik denk niet dat we op dit moment eerlijk aan iets beginnen.”
Bicalutamide is een medicijn dat wordt gebruikt om uitgezaaide prostaatkanker te behandelen, en een van de bijwerkingen is dat het het lichaam van mannen die het gebruiken vervrouwelijkt, inclusief het uiterlijk van borsten. Het centrum schreef dit kankermedicijn voor als puberteitsremmer en vervrouwelijkend middel voor jongens. Zoals met de meeste geneesmiddelen tegen kanker, heeft bicalutamide een lange lijst van bijwerkingen, en deze patiënt ervoer er een van: levertoxiciteit. Hij werd voor evaluatie naar een andere afdeling van het ziekenhuis gestuurd en de behandeling met dit medicijn werd onmiddellijk stopgezet. Naderhand stuurde zijn moeder een email naar het Transgendercentrum waarin ze zei dat we geluk hadden dat haar familie niet snel juridische stappen onderneemt.
Ik betwijfel of een ouder die ooit heeft ingestemd om hun kind testosteron te geven (een levenslange behandeling), weten dat ze hun kind op weg zetten voor bloeddrukmedicatie, cholesterolmedicatie en misschien slaapapneu en diabetes.
Hoe weinig patiënten begrepen waar ze aan begonnen. Dit werd ook geïllustreerd door een telefoontje dat we in 2020 in het centrum ontvingen van een 17-jarige biologische vrouwelijke patiënt die testosteron gebruikte. Ze zei dat ze bloedde uit de vagina. In minder dan een uur was een extra dikke tampon, haar spijkerbroek en een handdoek die ze om haar middel had gewikkeld doorweekt. De verpleegster in het centrum vertelde haar dat ze meteen naar de eerste hulp moest komen.
We kwamen er later achter dat dit meisje geslachtsgemeenschap had gehad, en omdat testosteron de vaginale weefsels verdunt, was haar vaginale kanaal opengescheurd. Ze moest worden verdoofd en geopereerd om de schade te herstellen. Zij was niet de enige met een vaginale scheurwonde waarover we hoorden.
Andere meisjes waren verontrust door de effecten van testosteron op hun clitoris, die groter wordt en uitgroeit tot wat lijkt op een microphallus of een kleine penis. Ik adviseerde een patiënt wiens vergrote clitoris nu onder haar vulva zakte en pijnlijk in haar spijkerbroek wreef, om het soort compressieondergoed aan te schaffen dat wordt gedragen door biologische mannen die proberen voor vrouw door te gaan. Aan het einde van het gesprek dacht ik: “Wauw, we hebben deze jongen echt pijn gedaan.”
Er zijn zeldzame aandoeningen waarbij baby’s worden geboren met atypische genitaliën – gevallen die om geavanceerde zorg en mededogen vragen. Maar klinieken zoals die waar ik werkte, creëren een heel cohort kinderen met atypische geslachtsdelen – en de meeste van deze tieners hebben nog niet eens seks gehad. Ze hadden geen idee wie ze als volwassenen zouden worden. Maar het enige dat ze nodig hadden om zichzelf permanent te transformeren, waren een of twee korte gesprekken met een therapeut.
Het ontvangen van krachtige doses testosteron of oestrogeen – genoeg om iemands lichaam te misleiden om te proberen het uiterlijk van het andere geslacht te ontwikkelen – heeft effecten op de rest van het lichaam. Ik betwijfel of een ouder die ooit heeft ingestemd om hun kind testosteron te geven (een levenslange behandeling), weten dat ze hun kind op weg zetten voor bloeddrukmedicatie, cholesterolmedicatie en misschien slaapapneu en diabetes.
Soms beseffen ouders dit pijnlijk. Zoals deze moeder:
Verwaarloosde en geesteszieke patiënten
Naast tienermeisjes werd er nog een nieuwe groep naar ons doorverwezen: jongeren van de intramurale psychiatrische afdeling, oftewel de afdeling spoedeisende hulp, van het St. Louis Children’s Hospital. De geestelijke gezondheid van deze kinderen was zeer zorgwekkend – er waren diagnoses zoals schizofrenie, PTSS, bipolaire stoornis en meer. Vaak zaten ze al aan een handvol medicijnen.
Dit was tragisch, maar niet verwonderlijk gezien het diepe trauma dat sommigen hadden doorgemaakt. Maar hoeveel leed of pijn een kind ook had doorstaan, of hoe weinig behandeling en liefde het ook had gekregen, onze artsen zagen de geslachtsverandering – zelfs met alle kosten en ontberingen van dien – als de oplossing.
Sommige weken voelde het bijna aan alsof al onze dossiers alleen maar die van gestoorde jonge mensen waren.
Zo kwam er in de zomer van 2022 een tiener bij ons op bezoek, die 17 jaar oud was en in een detentiecentrum woonde omdat hij honden seksueel had misbruikt. Hij had een vreselijke jeugd gehad: zijn moeder was verslaafd aan drugs, zijn vader zat in de gevangenis en hij groeide op in pleeggezinnen. Welke behandeling hij ook kreeg, het werkte niet.
Tijdens onze intake hoorde ik van een andere maatschappelijk werker dat hij, toen hij vrijkwam, van plan was te recidiveren omdat hij dacht dat de honden zich vrijwillig hadden overgegeven.
Op een gegeven moment sprak hij de wens uit om vrouw te worden, waardoor hij uiteindelijk in ons centrum terecht kwam. Van daaruit ging hij naar een ziekenhuispsycholoog van wie bekend was dat hij vrijwel iedereen goedkeurde die op zoek was naar een transitie. Toen raadde onze arts feminiserende hormonen aan. Ik vroeg me toen af of het een vorm van chemische castratie was.
Diezelfde gedachte kwam weer naar boven bij een ander geval. In het voorjaar van 2022 werd een jonge man naar ons doorverwezen die leed aan een intense obsessief-compulsieve stoornis die zich manifesteerde als een verlangen om zijn penis af te snijden na het masturberen. Deze patiënt vertoonde geen genderdysforie, maar hij kreeg ook hormonen. Ik vroeg de dokter welk protocol hij volgde, maar ik kreeg nooit een duidelijk antwoord.
In Loco Parentis
Een ander verontrustend aspect van het centrum was het gebrek aan respect voor de rechten van ouders – en de mate waarin artsen zichzelf zagen als beter geïnformeerde besluitvormers over het lot van deze kinderen.
Er verscheen een nieuwe groep mensen op mijn radar: desisters en detransitioners. We dachten dat de artsen deze gegevens zouden willen verzamelen en begrijpen om erachter te komen wat ze hadden gemist. We hadden het fout.
In Missouri is de toestemming van slechts één ouder vereist voor de behandeling van hun kind. Maar als er een geschil was tussen de ouders, leek het centrum altijd de kant van de bevestigende ouder te kiezen.
Mijn zorgen over deze benadering van afwijzende ouders namen in 2019 toe, toen een van onze artsen tijdens een voogdijhoorzitting daadwerkelijk getuigde tegen een vader die zich verzette tegen de wens van een moeder om hun 11-jarige dochter puberteitblokkers te geven.
Ik had het oorspronkelijke intakegesprek gedaan en ik vond de moeder behoorlijk verontrustend. Het stel zat midden in een scheiding en de moeder beschreef de dochter als ‘een soort tomboy’. De moeder was er dus van overtuigd dat haar kind trans was. Maar toen ik haar vroeg of haar dochter een jongensnaam had aangenomen, of ze zich zorgen maakte over haar lichaam, of ze zei dat ze zich een jongen voelde, antwoordde ze ontkennend. Dus legde ik haar uit dat haar dochter niet voldeed aan de evaluatiecriteria.
Een maand later belde de moeder terug en zei dat haar dochter nu een jongensnaam gebruikte, in nood was over haar lichaam en een transitie wilde. Deze keer kregen de moeder en dochter een afspraak. Onze zorgverleners besloten dat het meisje trans was en schreven puberteitblokkers voor om haar normale ontwikkeling te voorkomen.
De vader was het er absoluut niet mee eens, zei dat dit allemaal van de moeder kwam, en er volgde een voogdijstrijd. Na de hoorzitting waar onze arts voor de transitie getuigde, koos de rechter de kant van de moeder.
‘Ik wil mijn borsten terug’
Omdat ik de belangrijkste intakepersoon was, had ik het breedste beeld van onze bestaande en toekomstige patiënten. In 2019 verscheen er een nieuwe groep mensen op mijn radar: desisters en detransitioners. Desisters kiezen ervoor om niet door te gaan met een transitie. Detransitioners zijn transgenders die besluiten terug te keren naar hun geboortegeslacht.
De enige collega met wie ik mijn zorgen kon delen, was het met me eens dat we desisters en detransitioners zouden moeten volgen. We dachten dat de artsen deze gegevens zouden willen verzamelen en begrijpen om erachter te komen wat ze hadden gemist.
We hadden het fout. Een arts vroeg zich hardop af waarom hij tijd besteedde aan iemand die niet langer zijn patiënt was.
Maar we hebben toch een document gemaakt en het de ‘Red Flag List’ genoemd. Het was een Excel-bestand met een lijst van het soort patiënten waarvan ik en mijn collega ’s nachts wakker lagen.
Een van de meest trieste gevallen van detransitie die ik heb meegemaakt, was een tienermeisje dat, zoals veel van onze patiënten, uit een onstabiel gezin kwam, in precaire omstandigheden leefde en een geschiedenis van drugsmisbruik had. De overgrote meerderheid van onze patiënten is blank, maar dit meisje was zwart. Ze kreeg hormonen in het centrum toen ze ongeveer 16 jaar oud was. Op 18-jarige leeftijd onderging ze een dubbele borstamputatie, wat bekend staat als ’topchirurgie’.
Drie maanden later belde ze naar het kantoor van de chirurg om te zeggen dat ze terugging naar haar geboortenaam en dat haar voornaamwoorden ‘zij’ en ‘haar’ waren. Hartverscheurend zei ze tegen de verpleegster: “Ik wil mijn borsten terug.” Het kantoor van de chirurg nam contact op met ons kantoor omdat ze niet wisten wat ze tegen dit meisje moesten zeggen.
Mijn collega en ik zeiden dat we contact zouden opnemen. Het duurde een tijdje om haar op te sporen. Toen we daar eenmaal waren, hebben we ervoor gezorgd dat ze in een behoorlijke geestelijke gezondheid verkeerde, niet actief suïcidaal was en geen middelen gebruikte. Het laatste wat ik hoorde, was dat ze zwanger was. Natuurlijk zal ze haar kind nooit borstvoeding kunnen geven.
“Volg de regels of ga weg “
Na een tijdje kon ik niet meer tegen alles wat er in het centrum gebeurde. In het voorjaar van 2020 voelde ik een medische en morele verplichting om iets te doen. Dus sprak ik erover op kantoor en ik verstuurde veel e-mails.
Dit is een voorbeeld: op 6 januari 2022 ontving ik een e-mail van een staftherapeut die me om hulp vroeg bij een geval van een 16-jarige transgender man die in een andere staat woont. “De ouders staan ervoor open om de patiënt naar een therapeut te laten gaan, maar staan niet achter genderaffirmatie en de patiënt wil niet dat ouders iets vernemen over de genderidentiteit. Ik vind het moeilijk om een genderbevestigende therapeut te vinden.”
Ik antwoordde:
“Ik ga er ethisch niet mee akkoord om een minderjarige patiënt in contact te brengen met een therapeut die genderbevestigend is en wiens werk gendergericht is, zonder dat dit met de ouders wordt besproken en de ouder instemt met dat soort zorg.”
Tijdens al mijn jaren aan de Washington University School of Medicine kreeg ik zeer goede prestatiebeoordelingen. Maar in 2021 veranderde dat. Ik kreeg een ondergemiddeld cijfer voor mijn ‘oordeel’ en ‘werkrelaties/coöperatieve geest’. Hoewel ik werd beschreven als “verantwoordelijk, gewetensvol, hardwerkend en productief”, merkte de evaluatie ook op: “Soms reageert Jamie slecht op aanwijzingen van het management door defensief te worden en vijandigheid te tonen.”
De dingen kwamen tot een hoogtepunt tijdens een retraite van een halve dag in de zomer van 2022. In het bijzijn van het team zeiden de dokters dat mijn collega en ik moesten stoppen met het in twijfel trekken van de “geneeskunde en de wetenschap”, evenals hun autoriteit. Toen vertelde een beheerder ons dat we “de regels moesten volgen, of dat we hier weg moesten”. Het werd duidelijk dat het doel van de retraite was om deze boodschap aan ons over te brengen.
De Universiteit van Washington voorziet in een genereus programma om schoolgeld te betalen voor de kinderen van werknemers met veel dienstjaren. Ik leef van mijn salaris en ik heb onvoldoende geld om vijf keer schoolgeld voor mijn kinderen opzij te zetten. Ik moest mijn baan houden. Ook voel ik veel loyaliteit aan de Universiteit van Washington.
Maar op dat moment besloot ik om het transgendercentrum te verlaten, en om dat te doen, moest ik me gedeisd houden om mijn volgende functioneringsgesprek te verbeteren.
Ik slaagde erin een behoorlijke evaluatie te krijgen en kreeg een baan als onderzoeker in een ander deel van de Washington University School of Medicine. Ik gaf mijn ontslag en verliet het Transgendercentrum in november 2022.
Wat ik wil zien gebeuren
Een paar weken lang probeerde ik alles achter me te laten en werkte aan mijn nieuwe baan als coördinator van klinisch onderzoek, waar ik studies leidde over kinderen die een beenmergtransplantatie ondergingen.
Toen kwam ik opmerkingen tegen van Dr. Rachel Levine, een transgendervrouw die een hoge ambtenaar is bij het federale ministerie van Volksgezondheid en Human Services. Het artikel luidde: “Levine, de Amerikaanse assistent-secretaris voor gezondheid, zei dat klinieken voorzichtig te werk gaan en dat geen Amerikaanse kinderen medicijnen of hormonen krijgen voor genderdysforie die dat niet behoeven.”
Ik voelde me verbijsterd en misselijk. Het was een leugen. En dat weet ik vanuit mijn rechtstreekse ervaring.
Dus begon ik alles op te schrijven wat ik kon over mijn ervaring bij het Transgendercentrum. Twee weken geleden bracht ik mijn zorgen en documenten onder de aandacht van de procureur-generaal van Missouri. Hij is een Republikein. Ik ben progressief. Maar de veiligheid van kinderen mag geen onderwerp zijn van onze cultuuroorlogen.
Klik hier om de brief van Jamie Reed aan de Missouri AG te lezen.
Gezien de ondoorzichtigheid en het gebrek aan strikte normen die kenmerkend zijn voor de geslachtsverandering van jongeren in het hele land, geloof ik dat we, om de veiligheid van Amerikaanse kinderen te waarborgen, een moratorium moeten instellen op hormonale en chirurgische behandeling van jonge mensen met genderdysforie.
Volgens Reuters, zijn we in de afgelopen 15 jaar in de VS van null pediatrische genderklinieken naar meer dan 100 gegaan. Er moet een grondige analyse worden uitgevoerd om erachter te komen wat hun patiënten is aangedaan en waarom – en wat de lange termijn gevolgen zijn.
De weg die we moeten volgen is duidelijk. Vorig jaar kondigde Engeland aan dat het de pediatrische genderkliniek Tavistock, toen de enige kliniek van de NHS in het land, zou sluiten, nadat een onderzoek slordige praktijken en slechte behandeling van patiënten aan het licht had gebracht. Ook Zweden en Finland hebben pediatrische transitie onderzocht en de praktijk sterk afgeremd, omdat ze vonden dat er onvoldoende bewijs is van het nut ervan en dat het waarschijnlijk zeer schadelijk is.
Sommige critici beschrijven het soort behandeling dat wordt aangeboden op plaatsen als het transgendercentrum waar ik werkte als een soort nationaal experiment. Maar dat is fout.
Experimenten worden verondersteld zorgvuldig te worden ontworpen. Hypothesen horen ethisch getoetst te worden. De dokters met wie ik samenwerkte in het Transgendercentrum zeiden vaak over de behandeling van onze patiënten: “We bouwen het vliegtuig terwijl we ermee vliegen.” Niemand mag passagier zijn in dat soort vliegtuigen.