Gepubliceerd op 17 januari 2025
door Beryl Koener1, Alexandre Ledrait2 en CĂ©line Masson3,*
Origineel: Scilight – Managing Gender Dysphoria in MinorsâWhat Insights Does Evidence-Based Medicine Offer in 2024?
1 Centre Pédiatrique Pluridisciplinaire «Riza», Avenue des Combattants, 29, B-1420 Bousval, België
2 Laboratoire de Psychologie Caen Normandie (LPCN), Université de Caen, 14032 Caen, Frankrijk
3 Departement Psychologie, Onderzoekscentrum voor de Geschiedenis van Samenlevingen, Wetenschappen en Conflicten, University of Picardie Jules Verne, 80025 Amiens, Frankrijk
* Correspondentie: celine.masson@u-picardie.fr
Omgaan met genderdysforie bij minderjarigen – Welke inzichten biedt de evidence-based geneeskunde in 2024?
Abstract: Context: In de afgelopen 10-15 jaar is er wereldwijd een dramatische toename waargenomen van jongeren die genderstress ervaren, wat heeft geleid tot een toename van de vraag naar gespecialiseerde zorg. Deze toename is vooral opvallend bij vrouwelijke adolescenten. Er is veel misinformatie beschikbaar over de klinische behandeling van minderjarigen met genderdysforie/incongruentie. Hoewel richtlijnen van organisaties zoals de World Professional Association for Transgender Health (WPATH) in het verleden de behandeling van minderjarigen hebben begeleid, gebaseerd op het Dutch Protocol, worden deze steeds meer betwist omdat ze gebaseerd zijn op zwak wetenschappelijk bewijs. Recente systematische reviews, waaronder die welke de Britse Cass Review ondersteunen, hebben het bestaande bewijs kritisch geĂ«valueerd en inconsistenties en onvoldoende gegevens over de voordelen en risico’s van gevestigde behandelprotocollen aangetoond. Dit heeft geleid tot een herziening van het gebruik van het protocol in verschillende landen, gedreven door zorgen over zowel klinische resultaten als ethische implicaties. De opkomst van het controversiĂ«le begrip ‘rapid-onset gender dysphoria’ (ROGD) verhoogt de complexiteit van de klinische situatie aanzienlijk en vereist een grondige herziening van de huidige benaderingen.
Methode: Het artikel biedt een overzicht van de beschikbare, empirisch onderbouwde gegevens met betrekking tot de zorg voor kinderen en adolescenten met een gediagnosticeerde genderdysforie/incongruentie. Hierbij wordt met name gefocust op systematische reviews, waaronder die welke ten grondslag liggen aan de recente Cass Review. De analyse omvat internationale literatuur en hypotheses over de toename van kinderen en adolescenten die op zoek zijn naar een geslachts-/genderaanpassing.
Resultaten: Systematische reviews tonen aan dat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de voordelen en risico’s van het gebruik van het Dutch Protocol. Veel richtlijnen voor genderbevestigende zorg zijn gebaseerd op zwak bewijs. Studies wijzen op een hoge mate van comorbiditeit met psychische problemen bij jongeren die zorg zoeken voor genderdysforie. De systematische reviews onthullen ook aanzienlijke methodologische inconsistenties tussen verschillende studies, met name wat betreft het ontbreken van langetermijnonderzoek.
Conclusies: Het bewijsmateriaal suggereert dat de argumenten ter ondersteuning van het gebruik van vroege interventies zoals puberteitsblokkers en cross-sekse hormonen onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn. Er worden zorgen geuit over de langetermijneffecten en de ethische implicaties van de huidige behandelingen. Bovendien pleit het artikel voor een meer holistische benadering van zorg, waarbij prioriteit wordt gegeven aan bewijsgebaseerde principes en het aanpakken van de psychische gezondheidsbehoeften van deze jongeren. Het benadrukt ook de aanbevelingen van de Cass Review en de European Society of Child and Adolescent Psychiatry (ESCAP), namelijk het pleidooi voor verder onderzoek met grotere, representatievere steekproeven en langetermijnonderzoek om behandelprotocollen volledig te evalueren.