Gepubliceerd op 21 oktober 2024
door Róisin Michaux
Origineel: Peaked – Belgium’s first big trans tantrum
Door te kruipen voor de activistische menigte laat de openbare omroep zijn publiek in de steek
Het niveau van bekendheid met de overdreven reacties op transgenderkwesties in België is misschien lager dan ik dacht, want vorige maand maakte een satirisch tv-programma grappen over ‘De Heilige Kaste’ tijdens primetime. En zoals iedereen weet, je maakt niet zomaar grappen over ‘De Heilige Kaste’.
Nou ja, blijkbaar iedereen, behalve de hele cast en crew van de comedyshow Le Grand Cactus, en zo ook de RTBF, de nationale (Franstalige) omroep die de uitzending toestond. En de terugslag die het veroorzaakte, zal ervoor zorgen dat het een les is die de openbare omroep maar één keer hoeft te leren.
Dit is wat er gebeurde
Op donderdag 19 september keerde de geliefde Belgische comedyshow Le Grand Cactus na een zomerstop terug in de ether. Cactus is een maffe en zeer oneerbiedige sketch-panelshow met presentatoren en gasten in goedkope pruiken en rekwisieten, die publieke figuren en het nieuws van de dag belachelijk maken.
Niemand wordt gespaard en geen onderwerp is taboe.
In deze aflevering voerden twee acteurs een parodie uit op het liedje, 3eme sexe (derde sekse), oorspronkelijk opgenomen door de Franse New Wave groep Indochine. Het lied gaat over genderverruimende esthetiek en onderdrukkende culturele verwachtingen voor beide seksen. Het is een bekende klassieker in de Franse wereld.
In 2020 bracht de band het nummer opnieuw uit, dit keer met Héloïse Letissier, beter bekend als ‘Christine and the Queens’. Letissier is de perfecte medewerkster voor zo’n nummer, omdat ze de afgelopen jaren een uiterst openbare “genderreis” maakte, omdat ze zich “gevangen voelde in een enge definitie van wat een vrouw is”, zoals ze in 2018 aan BBC’s Newsnight vertelde.
Ze heeft geen ongelijk: als je denkt dat vrouw zijn lang haar, jurken en zwoele pruillipjes betekent, dan is dat inderdaad eng. Gelukkig is de enige definitie van vrouw “volwassen menselijke vrouw”, en dat heeft niets te maken met de lengte van je haar of zelfs je persoonlijkheid. Maar, gevangen in de tijdgeest, denkt Letissier dat ze door het verwerpen van seksestereotypen kan ophouden vrouw te zijn, en ze heeft nieuwe kleren, een raar kapsel en coole nieuwe voornaamwoorden aangenomen om die transitie te ondersteunen.
Dus in 2019 verklaarde ze dat ze genderqueer was, en twee jaar later ging ze over op het gebruik van “alle voornaamwoorden”. Volgens een interview uit 2021 was ze non-binair. In 2022 begon ze zichzelf mannelijk te noemen (op het moment van schrijven is ze nog steeds mannelijk). Op een gegeven moment werd ze panseksueel en vroeg ze om Chris genoemd te worden, daarna “Rahim Redcar” en ik denk dat ze nu “Red” genoemd wil worden.
Echter, voor het publiek wordt het moeilijk om het bij te houden en in 2023 onthulde ze in een TikTok-video die viraal ging dat ze ontzettend kwaad was omdat iedereen haar nog steeds bij het vrouwelijke voornaamwoord “elle” noemde. Omdat ze misgenderd wordt voelt ze zich gekwetst en staat op het punt te huilen en wordt helemaal gek.
De leadzanger van Indochine, Nicolas Sirkis (hij heeft een grijs geworden tiener-emokapsel!), staat bekend om zijn androgyne stijl die de stereotypen over mannelijke en vrouwelijke kleding doorprikt. Zijn artiestennaam is de (vrouwelijke versie van Nicolas) “Nicola”. Toen 3eme sexe voor het eerst werd uitgebracht, behandelden de Franse muziekmedia het als zijn “coming out”, maar Sirkis heeft nooit beweerd dat hij homo of trans is, of iets anders. Hij heeft gewoon een funky esthetiek.
Kortom, dit zijn twee nerds die zich perfect lenen voor een satirische grap op prime time over het huidige klimaat van de obsessie van gender-zelfbevrediging.
Althans volgens de oude regels.
Op Cactus staken ze de draak met zowel de premisse van 3eme sexe als de vloeiende ideeën van Letissier en Sirkis’ hun geseksualiseerde zelf, en voerden een parodie uit op het nummer, dat werd omgedoopt tot 128eme sexe. De tekst bestond voornamelijk uit domme dingen waarmee ze zichzelf “identificeren”.
Het is in feite een uitgebreide versie van de gevechtshelikopter meme, een platvloerse, standaard gender pispaal van het type dat we in de Engelstalige wereld al hadden in 2019 – met enkele grappen. De grofste zin was misschien wel “Suis je une femme, ou Brigitte Macron?”, als verwijzing naar de complottheorie op internet dat de Franse first lady een vent is.
Sirkis werd gespeeld door de Belgische acteur Damien Gillard, terwijl de Franse comédienne Cécile Giroud de stemming en bewegingen van Letissier parodieerde. De acteurs springen, gebaren, pruilen en grijnzen in de camera terwijl ze zingen: “Ik ben een jongen, meisje, muntthee, wat maalt erom, ik heb geen geslacht, ik ben een knikker, een reiger, Jean Dujardin…“.
Je hoort de panelleden op de achtergrond lachen. Op een gegeven moment valt presentator Adrien Devyver in hysterie uit elkaar als ze bij de zin “Ik ben een meloen uit Wépion!” komen.
Wist je dat meloenen in België groeien?
En belangrijker nog, wist niemand die bij de show betrokken was dat gender-gevoel het enige is dat niet bespot mag worden? Waren de acteurs, producenten, cateringbedrijven, homo-stylisten en haar- en make-up artiesten niet bekend met de enorme bureaucratie die de afgelopen jaren in België is gegroeid om het spreken over “trans” te controleren?
Het ongefilterde gelach van de panelleden, in combinatie met het ongenuanceerde thema van de parodie (“Ik ben een sneetje brood!“) doet vermoeden dat ze misschien nieuw zijn met het onderwerp. Of misschien wisten ze dat ze de zeer gevoelige griefbeer aan het porren waren, maar hadden ze niet door hoe geprofessionaliseerd, geïnstitutionaliseerd en genereus gefinancierd de genderstasi is geworden.
Net als elders in de Westerse wereld heeft de veranderende wetgeving en het beleid rond “LGBTQIA+-kwesties” geleid tot een nieuwe machtige bureaucratie en bijhorende financieringsprogramma’s. Als gevolg daarvan zijn er in België hordes oplichters die een carrière en status opbouwen door te doen alsof ze niet het geslacht zijn dat ze zijn, en nog veel meer die doen alsof ze hen geloven. En ze zitten gewoon te wachten om beledigd te worden.
Wist de bedenker van de show, Jérôme de Warzée, precies wat hij deed toen hij besloot om dit te doen? Hoe dan ook, het was me meteen duidelijk dat we op weg waren naar een gecoördineerde nationale meltdown.
Het volksplein
Ik ging meteen naar Facebook, “het volksplein”, om de eerste reacties te peilen. De aflevering was diezelfde avond nog gepubliceerd op de Facebookpagina van de show. Vanaf het begin waren de reacties overweldigend positief. En daarmee bedoel ik: voor elke negatieve reactie moest je zo’n 70 reacties met lach-emoji’s doorspitten.
Op Instagram, waar de gebruikers veel meer geneigd zijn om te deugdpronken, waren de reacties op de video over het algemeen minder positief, maar niet zo erg veel.
“(Om aan te tonen hoe slecht het er in Frankrijk aan toe gaat, spraken veel Franse kijkers hun bewondering uit voor het vermogen van de Belgen om nog steeds de spot te kunnen drijven met dit specifieke onderwerp. “On peut plus rire de rien!” klaagden ze over de mate van censuur in hun binnenlandse media sinds de opkomst van le wokeisme).
Het weekend verliep redelijk rustig.
Video: Iemand heeft al een karaokeversie van de sketch gemaakt die bijna 20.000 keer is bekeken.
De verontwaardiging die tijdens het weekend opborrelde, had niets te maken met kijkers van de show of het publiek in het algemeen. Het was opgezet door professionele gender-sjoemelaars, namelijk door de overheid gefinancierde LGBTQIA+-verenigingen, geleid door een heleboel professionele seksclowns (ook bekend als dragqueens) die verbonden zijn aan de Belgische versie van de Amerikaanse trash tv-show, Ru Paul’s Drag Race. Ze werden op sociale media versterkt door zij/hun #SoisGentil deugdhandelaars en femmes penisis.é.e.s die de veroverde universiteiten van het land bevolken.
Met geen greintje zelfreflectie waren de dragqueens, die voor geld, vrouwen parodiëren, bespotten en ontmenselijken op tv, plotseling boos op de RTBF voor het parodiëren, bespotten en ontmenselijken van mensen op tv.
Waarom bemoeiden zoveel dragqueens zich ermee? Omdat sommigen van hen op de loonlijst van de RTBF staan, zijn ze misschien onder druk komen te staan van de universiteit-queers om hun stem te laten horen. Maar het zijn mannelijke homoseksuelen. Ze beweren niet van geslacht te zijn veranderd. Waarom worden ze dan gebruikt als mascotte voor trans?
Dat komt omdat drag de alcopop van de gendertheorie is. Seksclowns zijn een vast onderdeel geworden van verplichte “diversiteitsprogramma’s” in België en daarbuiten, omdat ze “de binaire werkelijkheid uitdagen” op een gezinsvriendelijkere manier dan bijvoorbeeld de meer gebruikelijke manifestaties waarin de binariteit wordt doorbroken: zelfbeschadigende autistische lesbiennes of fetisjistische crossdressers die hun gezin in de steek laten om fulltime te masturberen.
Lees: It’s a DRAG: the BBC’s unhealthy obsession with drag acts
Denk aan “Tonya”, die in 2023 op de RTBF verscheen. Hij vertegenwoordigt het typische profiel van een autogynefiel: na zich decennialang in het geheim te hebben verkleed, worden deze mannen verleid door onze hedendaagse van porno doordrenkte cultuur, en aangemoedigd door NGO’s, om hun zelfbeheersing op te geven en zich fulltime over te geven aan hun seksuele obsessie (de seksuele kant van de reis wordt nooit genoemd).
Zoals gebruikelijk in dit soort gevallen, waren Tonya’s kinderen en vrouw geschokt en vernederd door zijn beslissing om fulltime met zijn fetisj te leven. Het is gewoon geen feel good verhaal, hoe je het ook wendt of keert, en je kunt maar een beperkt aantal “Tonya’s” in de schijnwerpers zetten voordat het publiek de verkeerde mening over “trans” begint te vormen.
Dus, het zijn dragqueens.
Video: “de inspirerende gendertransitie van Tonya, 40”
De gevolgen
Terwijl de power gays van zondag op maandag, hun ongenoegen deelden op Instagram, bereidden de NGO’s verklaringen voor. De tekst die werd opgesteld door de organisatie Federation Prisme, een overkoepelende regenboog-NGO die de regenboog-NGO’s in het zuiden van het land vertegenwoordigt (er zijn er zo verdomd veel!), is echt iets om te zien.
Op dreigende toon herinnerden ze de makers van de show aan de Belgische wet die het “aanzetten” tot haat en geweld verbiedt en waarschuwden ze dat de satire als verweer geen bescherming biedt. Ze beweerden dat het bespotten van een groep mensen precies hetzelfde is als het aanzetten tot geweld tegen hen. Het is een huiveringwekkende bedreiging voor het democratische principe van vrije meningsuiting in een volwassen democratie als België – ook al is het waarschijnlijk geschreven door een autistische non-binair die met een knuffel huilt.
“We eisen dat de RTBF onmiddellijk in actie komt, om te voorkomen dat ze hier spijt van krijgen, en dat ze haar excuses aanbiedt aan alle betrokkenen”, bevolen ze, en eisten ook dat “de haatdragende en discriminerende commentaren op sociale media dringend gemodereerd worden.”
Federation Prisme diende, net als het Brusselse Regenbooghuis, een klacht in bij de mediaregulator (CSA) en bij het Instituut voor de Gelijkheid tussen Mannen en Vrouwen (de naam werd gekozen toen deze woorden nog een algemeen aanvaarde betekenis hadden).
Tegen dinsdag meldde het nieuws dat de mediaregulator “overrompeld was” door klachten (er waren in totaal 200 klachten op 27 september). Er werd een onderzoek ingesteld.
De RTBF is, tot mijn spijt, op de knieën gegaan. Ze maakten de uitbundige verontschuldigingen die de activisten eisten en begonnen aan een verachtelijke verontschuldigingstournee die nog steeds voortduurt, een maand nadat de aflevering is uitgezonden.
De managers van de RTBF en de makers van Le Grand Cactus zijn echter niet dezelfde mensen. Terwijl de RTBF de ring kuste, waren de makers van de show iets minder toeschietelijk. In plaats van ronduit te kruipen, herschreven ze de tekst van een ander Indochine-nummer waarin ze hun spijt betuigden en beweerden dat ze geen kwaad opzet hadden, maar verdedigden hun metier, satire. Ze weigerden ook om de clips te verwijderen van hun verschillende social media kanalen.
Het was niet helemaal een ‘fuck-you’, maar ze wisten wel hun waardigheid te behouden.
De RTBF heeft geen enkel zelfrespect getoond. Er werd een spoedvergadering gehouden op het hoofdkantoor, waar leidinggevenden van het bedrijf, leden van Cactus, vertegenwoordigers van de gemeenschap, en artiesten met diverse achtergronden bijeenkwamen. De uitkomst van de 2,5 uur durende strijdsessie, zo kondigde RTBF aan, was dat er zowel korte- als langetermijnacties zouden worden ondernomen om de relaties te herstellen. Dat betekent dat het personeel van de RTBF een heropvoeding krijgt via dure “sensibilisatie”-trainingspakketten, vermoedelijk verzorgd door dezelfde gender-oplichters die op de bijeenkomst aanwezig waren.
Dat is toch handig!
Maar het werd nog erger. De RTBF begon vleiende artikels te publiceren, zoals, volwassenen leren omgaan met sterke emoties als de show hen zou kwetsen. Een geplande herhaling van een oudere Cactus-aflevering, die voor het eerst werd uitgezonden in mei van dit jaar, werd uit de programmering gehaald. De RTBF beweerde dat het niets te maken had met het sussen van de gender-maffia, maar toen ik terugging naar de archieven zag ik dat de Eurovisie aflevering die die maand werd uitgezonden vol zat met trans en non-binaire grappen. Je kunt alleen maar aannemen dat het een slecht moment was om die sketches te herhalen!
Om het te begrijpen, is het belangrijk te weten dat het team van ‘Le Grand Cactus’ grappenmakers zijn die iedereen op de hak nemen. Ik heb gezien hoe ze pedofiele katholieken belachelijk maken, vrouwen die te lelijk zijn om verkracht te worden door Harvey Weinstein, Pakistaanse orgaanhandelaars … en zoveel grappen over te veel gebruikte rectale passages van homoseksuele mannen. En dan heb ik het nog niet eens over het terugkerende personage van Damian Gillard, het onbeschofte tuig “Fabrizio” uit de achterlijke stad Charleroi. Voor zover ik weet, hebben de carolo’s geen tribunalen geëist.
Ongekende overmoed
De overreactie ging door in de weken die volgden. De organisatoren van Liège Pride dreigden hun partnerschap met de RTBF op te zeggen, dus belde de PR-man van de RTBF hen op om een wapenstilstand te bepleiten.
De rechtgeaarde eikels (zie hieronder) stelden drie eisen:
Ten eerste eisten ze dat de 2025 pride parade live zou worden uitgezonden op de RTBF. Ten tweede wilden ze dat de leiding alles in het werk zou stellen om Indochine te laten optreden tijdens het evenement. En ten derde vertelden ze de PR-man dat ze wilden dat de gastheren van Cactus aanwezig zouden zijn bij de parade. Misschien op een praalwagen? Wat dan ook – het Cactus-team zou zelf met een origineel idee mogen komen voor hun verschijning. Dat is toch aardig van ze! Hij stelde ook voor dat vertegenwoordigers van Liège Pride uitgenodigd zouden worden voor de Cactus-show.
Het is een raadsel waarom niet meer mensen deze autoritaire kleuters haten.
De kloof
De belangrijkste les die we uit deze onzin kunnen trekken, is natuurlijk het opvallende verschil tussen de reactie van de openbare omroep, de toezichthouder en de op eigenbelang gerichte “actoren uit het maatschappelijk middenveld” enerzijds, en de reactie van het kijkerspubliek anderzijds.
De reacties op sociale media van gewone mensen – die de RTBF geacht wordt te dienen – blijven binnenkomen en ze zijn in toenemende mate niet alleen vermaakt, maar ook boos – niet op de makers van de show, maar op de gender-autoritairen en op de RTBF omdat ze voor hen buigen.
Ondanks de duizenden berichten met “bravo’s” en “dankjewel’s” en “goed gedaan dat je niet voor de menigte bent gezwicht” op sociale mediaplatforms – waaronder het woke Instagram en TikTok – worden de reacties steeds meer gekleurd door ongeduld over het overschrijden van grenzen door transgenders. Zoals een Facebook-commentator zei: “de RTBF laat zijn broek zakken voor een minderheid van bekrompen mensen, voor verenigingen die zinloze controverses creëren om hun eigen belangen te bevorderen.”
Kan de omroep werkelijk beweren dat ze het publiek dient als ze hun reactie negeert om een minderheid van gekrenkte maniakken tevreden te stellen?
En hoe zit het met de rest van de media? Zij hebben het vermeden om te melden dat het publiek grotendeels het recht van de comedians steunt om de draak te steken met trans- en non-binaire identiteiten. En ze hebben ook de verontwaardiging over de manier waarop het incident is afgehandeld genegeerd.
Om een paar voorbeelden te noemen: de roddelkrant La Dernière Heure plukte commentaren uit duizenden en duizenden reacties op sociale media om namens hun maatjes in de regenboogmaffia aan te tonen hoe het publiek de aflevering echt haatte en transfoob vond. Maar de verslaggever had nog veel meer duizenden ondersteunende posts moeten overslaan om deze bevredigende gekrenkte posts te vinden. En toch hebben ze die nooit genoemd.
Wie is er eigenlijk gebaat bij dit soort berichtgeving, als de context ontbreekt?
La Libre, aan de andere kant van de respectabiliteitsschaal, deed precies hetzelfde in hun talrijke artikelen over het incident. Ze pikten er alleen de reacties uit die zouden passen bij de minderheidsopvatting van de activisten en benadrukten die. Toen ze hun artikelen op Twitter deelden, kregen ze alom lof voor de show en afkeer van de RTBF voor hun niet-representatieve reactie.
Al deze media-organisaties begroeven diep in hun berichtgeving een zeer gelijkaardige boodschap, namelijk dat de reacties op andere platformen positiever waren dan op Instagram, waar de seksclowns de aanval leidden. Geen van hen vermeldde dat het hele gebeuren werd geleid door professionele organisaties.
Ik was blij om te zien dat La Dernière Heure een stuk publiceerde waarin ze comedians uitnodigden om hun mening te geven over het drama. Van degenen die reageerden op het verzoek van de journalist (een flink aantal weigerde mee te doen, volgens het (betalend) artikel), verdedigden ze allemaal de sketch. Dezelfde krant publiceerde ook een redactioneel artikel waarin de journalist vroeg waarom trans personen zouden moeten worden uitgesloten van onderwerpen waar comedians grappen over kunnen maken. Toen de commentaren van lezers onder het artikel echter te enthousiast werden in hun aanklacht tegen de transgekte, werden de reacties gesloten.
Het uitschakelen van reacties kan een weerspiegeling zijn van de angst die mediabedrijven hebben dat ze verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor “haatdragende” reacties die door gebruikers op hun sites worden geplaatst (dankjewel, DSA). Maar door ze verder te verbergen, verberg je het echte verhaal.
De mensen die de sketch transfoob vonden (of die doen alsof ze het transfoob vonden om te deugdpronken) bleven de RTBF op Instagram lastigvallen en eisten dat ze alle reacties die ze hatelijk vonden zouden verwijderen. Er waren nogal wat beweringen dat negatieve commentaren tegen de wet waren (dat moet nog blijken). Een angstaanjagend aantal van deze deugddemonen herhaalden gewoon als zombies de gedachtendodende bezwering “La transphobie tue” zonder blikken of blozen.
Als deze mensen hun zin krijgen, worden in de toekomst alle niet-goedgekeurde meningen gecensureerd. Het Brussels Regenbooghuis heeft de regering onlangs opgeroepen om de grondwet te wijzigen om alle homofobe of transfobe opmerkingen strafbaar te stellen . Er is geen reden om te denken dat ze niet zullen krijgen wat ze willen. Welk ministerie of politicus wil immers door de volgende generatie kiezers als transfoob worden afgeschilderd?
Dit is geen populaire sociale verandering. Dit is tirannie.
Op zoek naar slachtoffers
In een van de eerste reacties op de Cactus-aflevering wilde dragqueen Edna Sorgelsen weten hoe de RTBF het aandurfde om transgenders uit te lachen, slechts twee dagen na een transgendermoord !
Wat? Een transgendermoord?
Sorgelsen moet hebben verwezen naar de moord op een 37-jarige man in Tiblisi, Georgië, een stad 3.500 kilometer van Brussel. Kesaria Abramidzé, een homoseksuele man die plastische chirurgie had ondergaan om eruit te zien als een vrouwelijke sekspop, was op 17 september thuis vermoord door zijn heterovriendje.
Door de moord op Abramidzé in de Cactus-revolte te betrekken, illustreerde Sorgelsen de tactiek van transactivisten om moorden in het verre buitenland te instrumentaliseren (en uit hun context te halen) om ze te laten passen in een binnenlands narratief van ‘transgenocide’.
Meestal zijn de slachtoffers van transgeweld mannen zoals Abramidzé. En bijna altijd werken ze in de prostitutie (let op: er is tot nu toe geen bewijs dat Abramidzé een prostituee was). Op plaatsen waar homoseksualiteit niet geaccepteerd wordt, verbeteren sommige verwijfde homo’s hun lichaam zodat ze kenmerken van zowel mannen als vrouwen hebben (de technische naam voor deze fysiologie is gynandromorfisme) en verkopen ze seks aan een niche cliënteel (gynandromorfofielen, of GAMP’s). GAMP’s hebben een seksuele obsessie met mannen zoals Kesaria Abramidzé, zijn over over het algemeen niet geïnteresseerd (of bereid, of in staat om culturele redenen) om vaste en zichtbare relaties met hen te hebben.
Gezien de enorme vraag naar hun “diensten”, het gebrek aan toegang tot seksuele partners via de “reguliere kanalen”, discriminatie op de arbeidsmarkt en het (relatief) makkelijke geld dat verdiend kan worden, is het makkelijk te begrijpen hoe deze mannen in de prostitutie terechtkomen.
Prostitutie is een extreem gevaarlijke baan, dus het is logisch dat het aantal geweldsdelicten in deze groep hoog is. Wanneer NGO’s en activisten zoals Sorgelsen verhalen aanhalen over transmoorden, is het altijd een reproductie van deze dynamiek: boze of jaloerse (of beschaamde) klanten of vriendjes, die soms ook de pooiers van hun slachtoffers zijn.
Ondanks het feit dat er legers mannen zijn zoals Kesaria Abramidzé die hun seksuele diensten aanbieden aan Belgische GAMP’s, zijn gevallen van geweld tegen hen hier uiterst zeldzaam; het meest recente (gerapporteerde) incident betrof een “bekende” lokale prostituee die deze zomer in de rivier de Samber werd geduwd in de stad Charleroi (gelukkig maakt hij het goed).
Maar deze jongens staan ver af van de verwende studenten geesteswetenschappen die op TikTok huilen omdat niemand hun nieuwe voornaamwoorden ernstig neemt. Desalniettemin worden “travailleuses de sexe” voortdurend door NGO’s gebruikt om hun politieke eisen te rechtvaardigen, zoals de officiële erkenning van “niet-binaire” identiteiten en andere onzin.
Geen gevechten meer te winnen
En de autoriteiten zijn blijkbaar in de maling genomen door de “transgenocide”-spin.
Toen de overheid de transgenderwet aanpaste en de limiet op het aantal keren dat je je wettelijke geslacht mag veranderen ophief, schreef ik verbijsterd naar de federale overheid om te vragen wat in hemelsnaam het probleem was dat onbeperkte geslachtsveranderingen gingen oplossen.
Een woordvoerder verwees me naar de juridische argumenten gemaakt door (het gesubsidieerde) Genres Pluriels, die in wezen beweerden dat het niet oneindig vaak van geslacht kunnen veranderen ongelijkheid creëert tussen mensen die hun wettelijke geslacht niet hebben veranderd en degenen die het wel hebben veranderd. Omdat iedereen het recht zou moeten hebben om van geslacht te veranderen. Zelfs degenen die dat al gedaan hebben.
Het is niet echt het einde van Jim Crow, toch?
Dat geluid dat je hoort is de bodem van een vat dat genadeloos wordt leeggeschraapt. Het is een heel goed voorbeeld van hoe fout en slecht “strategisch procesvoering” door belangen van drukkingsgroepen kan zijn, en het overtuigt me ervan dat je een wet alles kunt laten zeggen wat je maar wilt als je het geld hebt om er lang genoeg aan te werken. En deze mensen hebben verdomd veel geld.
Het binnenhalen van overheidsgeld
Enkele cijfers: Federation Prisme kreeg vorig jaar € 140.000 van de overheid terwijl elk van de zeven onderafdelingen van het “Regenbooghuis” € 100.000 kregen. Ik vond alleen al in Wallonië nog 11 andere door de overheid gefinancierde NGO’s. In 2022 kreeg de stad Brussel van de federale overheid €350.000 toegewezen voor LGBTQIA-projecten. Kleinere NGO’s, zoals die in de onderstaande afbeelding, krijgen waarschijnlijk projectspecifieke financiering uit andere financieringsstromen.
En dat is nog maar de onderste helft van het land. De Nederlandstalige regio Vlaanderen heeft in 2023 maar liefst 1,5 miljoen euro uitgetrokken voor LGBT-doelen (daarom zeggen mensen dat de situatie daar zoveel erger is).
Wat doen ze met al dat geld? De grote juridische gevechten zijn allemaal gewonnen en er zijn geen fundamentele rechten meer om voor te vechten. Dus geven ze vooral veel feestjes, filmvoorstellingen, workshops en parades. Ze helpen ook “LGBTQ” vluchtelingen om homo-asiel te krijgen zonder bewijs dat ze werkelijk homo zijn (wat kan er fout gaan?) en ze werken eraan om schoolprogramma’s te doordrenken met de mythe van het ‘verkeerde lichaam’ om een nieuwe generatie van foutdenkers te voorkomen. Ze verkopen dure hersenspoel-workshops aan particuliere bedrijven waar HR hun personeel dwingen om het te volgen.
Ze reizen door het land met mobiele adviesklinieken waar ze jongeren helpen hun administratieve documenten te vervalsen. Ze vertellen hen hoe ze hormonen en operaties kunnen krijgen met zo weinig mogelijk voorzorgsmaatregelen en zo weinig mogelijk wachttijd en verwijzen hen naar de meest gewetenloze chirurgen, endocrinologen en kinderartsen.
Het versterken van beweringen over haat
Maar omdat er geen enkele gelijkheidswet nog hoeft te veranderen, de administratieve procedures zijn vereenvoudigd en nu steeds meer genderklinieken die genderbevestigende diensten lanceren, zou je denken dat de regenboogtirannen hun deuren zouden sluiten en ons met rust zouden laten. Dit heb je verkeerd voor.
Zoals de Cactus-aflevering laat zien, is er nog steeds een groot maatschappelijk probleem dat opgelost moet worden: de publieke scepsis over de nicheopinie dat mensen van geslacht kunnen veranderen. En als de ‘Jan met de pet’ geconfronteerd wordt met de trans-manie in zijn leefwereld en zijn bedenkingen uit over de zeer consequente beweringen van de menselijke seksuele dimorfie, wordt dit opgevat als bewijs dat “transfobie” toeneemt.
Voor de NGO’s is het bewijs van deze transfobie een goede manier om zaken te blijven doen. Maar het heeft geleid tot een zeer perverse stimulans, die gender non-conforme mensen van alle gezindten ervan overtuigen dat ze naar de marge van de samenleving worden gejaagd en door iedereen worden veracht. Voor het eigen gewin van de verenigingen (en ten koste van de geestelijke gezondheid van de mensen die ze beweren te vertegenwoordigen) wekken ze opzettelijk de indruk dat er voortdurend mensen rondlopen die dreigementen uiten en gender non-conforme mensen in elkaar slaan of vermoorden.
De NGO’s verzamelen en organiseren “bewijs” van transfobie uit uiterst onvolledige steekproeven en verwerken dit vervolgens in verschillende rapporten die dan beweren dat er “veel meer moet worden gedaan” om deze haat tegen te gaan.
Deze belegerde geestesgesteldheid die ze bij jonge mensen hebben aangewakkerd, verklaart het incident in Café Laïque vorig jaar, toen transactivisten stront (ja, echte ontlasting) gooiden naar mensen die een lezing bijwoonden van twee artsen die een boek hadden geschreven waarin ze kritiek hadden op het verhaal van transgenderkinderen.
Het Cactus-incident en de reacties daarop in de sociale media zullen ook worden uitgevochten op zoek naar bewijzen van haat, intimidatie en discriminatie. Die gegevens zullen vervolgens worden verzameld en samengevat en doorgestuurd naar o.a. ministeries, de Raad van Europa, de OESO, de Europese Commissie en de UNCHR. Die instanties zullen dan het hatelijke kleine België vermanen om iets te doen aan al die boosaardige transfobie. Dit zal dan weer leiden tot meer financiering voor de NGO’s.
Onder de Nieuwe DSA-regels (Digital Services Act) van de EU moeten alle EU-lidstaten nu wangedrag op sociale media opsporen en deze melden bij de platforms om het te verwijderen. De platforms zullen enorme financiële verliezen lijden als ze dit niet doen. Om deze censuur als iets positiefs aan het publiek te verkopen, heeft de regering dringend bewijs nodig van de schade die online haat veroorzaakt. Terwijl racistische, seksistische en antisemitische discriminatie grotendeels worden genegeerd, heeft de goed toegeruste regenboogmaffia genoeg bewijs verzameld om het op een presenteerblaadje aan hen te overhandigen. Iedereen blij!
Is België echt zo transfoob?
Verre van. België is waarschijnlijk de beste plek ter wereld om te doen alsof je in het verkeerde lichaam zit. Sterker nog, het is een van de meest progressieve plekken ter wereld op elk gebied (euthanasie voor kinderen, bijvoorbeeld). Op wetgevend vlak kent België sinds 2018 zelfidentificatie zonder voorwaarden, en in 2023 werd die wet, zoals gezegd, bijgewerkt om mensen toe te staan hun wettelijke geslacht zo vaak te veranderen als ze willen. Ook de noodzaak voor een tweede bezoek aan het gemeentehuis, om je eerste verzoek om je geslacht te vervalsen te herbevestigen, werd uit de wet gehaald. Met een enkel bezoek is het nu in orde.
Operaties worden vergoed uit de staatskas en er zijn geen minimumleeftijden voor hormonale of chirurgische transitie. De verplichte richtlijnen van het onderwijs curriculum bevatten 57 verwijzingen naar “genderidentiteit” (seksuele geaardheid daarentegen krijgt er maar 44) en de Belgische staat heeft zelfs een NGO gefinancierd die mensen identificeert die mogelijks een transitie willen terwijl ze in de gevangenis zitten, wat mannen toestaat (aanmoedigt?) om over te stappen naar de vrouwenafdeling, wat ook is toegestaan.
De tactiek van transactivisten
Hoe kun je in zo’n tolerante sfeer bewijzen dat je slachtoffer bent? Er zijn drie manieren waarop ze dit doen:
Ten eerste maken activisten aanspraak op verre moorden zoals die op Kesaria Abramidzé. Dit wordt jaarlijks herhaald met het door de EU gefinancierde rapport “Trans murder monitoring” van Transgender Europe, dat in feite een lijst is van overlijdensberichten van Zuid-Amerikaanse travestie-prostituees. Elk jaar wordt het rapport opgepikt en ademloos geciteerd door de reguliere media zonder ooit de zeer relevante context toe te voegen.
De tweede tactiek is om trans personen en non-binaire personen te mengen met andere demografische groepen. Door de “T” kunstmatig aan de amorfe en steeds uitbreidbare “LGBTQIA+” of de nog meer ambigue “queer”-gemeenschap te naaien, worden de statistieken voor transpersonen vermengd met een grotere steekproef van homo’s, lesbiennes en biseksuelen en andere meer nieuwe identiteitscategorieën.
Als een man met een feestpruik en netkousen wordt gevraagd om de damestoiletten te verlaten, kan dit incident worden gegroepeerd met het zeer reële probleem van homoseksuele mannen die in Brussel op Grindr worden opgelicht via een nepaccount (catfished). De krantenkop zal luiden: ‘de LGBTQ-gemeenschap wordt aangevallen!’. Zo wordt homofobie verward met, bijvoorbeeld, een gescheiden vader van drie kinderen die te horen krijgt dat hij niet mag meedoen aan het junior basketbalteam van de meisjes.
Dit amalgaam van beweringen bewijzen echte slachtoffers van criminaliteit een slechte dienst om onterechte sympathie op te wekken voor de zaak van mensen die willen dat wij hun bizarre postmoderne ideeën over seks overnemen. Het is marketing, geen data.
Op dezelfde manier wordt geweld tegen vrouwen (de oudste, meest universele en populairste hobby van de mensheid) steeds vaker “gender gerelateerd” geweld genoemd. Dit betekent dat geweld tegen echte vrouwen kan worden gebruikt om beweringen te doen over geweld tegen “andere soorten” vrouwen (de mannelijke).
Je zal merken dat veel NGO’s, zoals de Belgische “feministische” NGO Rosa, moorden op transvrouwen “femicide” noemen. Kom op, zeg, je kunt geen twee heren dienen. Deze mannen worden ofwel vermoord omdat ze vrouwen zijn, of omdat ze mannen zijn die doen alsof ze vrouwen zijn.
We kunnen zelfs onze eigen moordenaars niet meer hebben.
Bovendien zijn slachtoffers zoals Kesaria Abramidzé mannen van hetzelfde geslacht, dus of hun moorden worden gecategoriseerd als homofoob, transfoob, vrouwenmoord, queer haat, of wat dan ook, lijkt alleen af te hangen van het politieke argument dat op een bepaald moment wordt gebruikt.
De steeds bredere interpretatie van ‘haat’
De derde tactiek van de gender-autoritairen is het meest cruciaal voor hun overleving: de uitbreiding van de betekenissen van de woorden “haat”, “geweld”, “intimidatie” en “discriminatie” en van wat het betekent om iemand “aan te zetten tot” een of meer van het bovenstaande.
Jongeren die deze nieuwe identiteiten hebben aangenomen, wordt verteld dat het een gewelddadige belediging is om verkeerd te worden aangesproken op hun gender (misgendered) of aangesproken te worden met hun geboortenaam (deadnamed), of op welke manier dan ook niet “bevestigd” te worden door de mensen met wie ze in contact komen.
In haar verklaring over de Cactus-aflevering haalt Federation Prisme hoge niveaus van geweld tegen transpersonen aan uit een enquête die dat niet aantoont. Maar zelfs als hun statistieken juist zouden zijn, definieert de enquête op geen enkel punt wat de woorden haat, geweld, intimidatie of discriminatie betekenen. In de inleiding van het rapport geven de ontwerpers van de enquête zelfs toe dat er geen definitie is van de onderzoeksonderwerpen – de mensen die het zogenaamd onderzoeken. Dat komt niet alleen omdat niemand het eens is over de betekenis van woorden als “trans”, maar ook omdat de mensen constant heen en weer schieten tussen de ene zelfidentificatie en de andere (à la Christine and the Queens).
In dezelfde enquête wordt aan respondenten gevraagd of hen “medische behandeling” werd geweigerd. Dit is bedoeld om beelden op te roepen van het ontzeggen van noodzakelijke gezondheidszorg, maar het is veel waarschijnlijker dat het verwijst naar ontmoetingen met artsen die aarzelden om testosteron injecties of borstvergrotingen goed te keuren zonder een goede evaluatie. In het Verenigd Koninkrijk zijn “indringende vragen” zelfs geclassificeerd als een haatmisdaad.
Het onderzoek van de Belgische organisatie ‘Safe Ta Night’ over de veiligheid van LGBTQ-mensen op feesten vermeldt als ‘vormen van geweld’ alles, van gênante opmerkingen tot gedwongen orale seks. Dus als je een kop ziet als “Geweld tegen transgenders is vorig jaar met 100% toegenomen”, kun je op geen enkele manier weten wat die kop betekent. Voor zover je weet, kan het gaan om 200 femboys die door bouwvakkers zijn nageroepen (welkom in de meisjeswereld, jongens), vermengd met één verkrachting.
Deze verduistering is geen toeval.
Onderzoeken als deze suggereren dat zelfs een naar gevoel krijgen van iemand die jouw ideeën over jouw geloofsovertuiging van een genderziel niet accepteert of viert, kan worden beschouwd als geweld of discriminatie. Zelfs onwetendheid over de grondbeginselen van trans kan worden gezien als haat.
Hier is slechts een greep uit de dingen die ik discriminerend of haatdragend heb zien noemen tijdens mijn reizen door Facebook, Discord en Reddit: gynaecologen die niet weten hoe ze een “fauxgina” moeten behandelen (wat eigenlijk gewoon een gat is dat uit een mannelijk bekken is gesneden). Schooldirecteuren die tienerjongens niet laten omkleden in de meisjeskleedkamer. Mannen ondervragen over hun aanwezigheid op het vrouwentoilet. Kritiek leveren op het besluit van het Internationaal Olympisch Comité om zelf-identificatie op basis van gender toe te staan voor sportcategorieën.
Lachen om het bodemloze narcisme van ‘Christine and the Queens?’ Haat!
Deze steeds verder uitbreidende interpretatie, gecombineerd met de algemeen twijfelachtige onderzoeksmethodologie (zoals bij deze #YouToo-enquête, waarin de onderzoekers toegeven dat er zoveel subjectieve interpretaties van ’transgender’ zijn dat ze niet eens wisten wat ze aan het meten waren), maakt de gegevens volkomen waardeloos.
Een vraag om te vieren
Het lijkt er zelfs op dat alles wat minder is dan hartstochtelijk enthousiasme voor de transgender ideologie, haatdragend is. Dit zet de NGO’s en hun institutionele achterban op ramkoers met de realiteit.
Er is weinig dat wettelijk kan worden gedaan om de natuurlijke intuïtie van mensen tegen te gaan dat de meeste (zo niet alle) heteromannen die zichzelf ’transvrouwen’ noemen, erotische fetisjisten zijn. Ze kleden zich als vrouwen omdat het hen seksueel opwindt. De langzaam op gang komende juridische streken die hen carte blanche gaven om hun fetisj publiekelijk te maken, hebben geen enkel effect gehad op dit intuïtieve gevoel.
Onderzoek naar deze mannen wordt niet veel verspreid (want het is haatdragend!!!), maar dat hoeft ook niet. Je herkent een viezerik als je er een ziet.
Op dezelfde manier kun je mensen niet tegenhouden om te erkennen dat zoveel getroebleerde jonge vrouwen die allemaal plotseling lijden aan exact dezelfde identiteitscrisis veel meer op een sociale besmetting lijken dan op een burgerrechtenbeweging. In het beste geval zijn de jonge vrouwen die zichzelf man of non-binair of agender of wat dan ook noemen, aandachtszoekende chique kinderen. Ze hebben nul levenservaring om hun mening te onderbouwen dat seks onbelangrijk is en daarom kan worden weggegooid als organiserend principe. Dit zijn dwaze kleine meisjes die in een rage zijn beland, geïnstrumentaliseerd door geile travestieten.
In het ergste geval zijn ze ernstig psychisch ziek. Het niet erkennen van hun geslacht (en dreigen met zelfmoord tenzij hun borsten worden afgesneden) is een symptoom van hun psychische aandoening en geen oplossing.
Seksuele beledigingen die crossdressende mannen in het openbaar ervaren, worden door de data-opblazers ook als haat geteld. Seksuele intimidatie wordt ervaren door elke vrouw en elk meisje dat ooit op aarde rondliep, dus ze kunnen de pot op met te doen alsof er iets speciaals aan hen is – vooral omdat ze zich vaak kleden als pornosterren om de aandacht te krijgen waarnaar ze hunkeren.
Maar in tegenstelling tot echte vrouwen, is het bekend dat travestieten het leuk vinden als ze seksueel worden lastiggevallen, omdat het hun masochistische vrouwenfantasie bevestigt. Ze hebben zelfs een woord voor de “gendereuforie” (waar seksuele opwinding onder valt) die ze voelen als ze op straat worden mishandeld. Het heet ewphoria.
Wil je dat ik deze perverten”zij” noem? Dat denk ik verdomme niet.
We hebben door duizenden jaren heen een gevoel van afkeer ontwikkeld, en lachen om (en langzaam afstand nemen van) deze mannen is ons goed recht. We kunnen onze vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging vrijelijk uitoefenen, waar en wanneer we maar willen, zelfs als NGO’s dreigen onze afschuw te gebruiken als datapunt in hun haatrapport, of erger nog, ons voor de rechter te slepen.
Deze afwijzing kan heel goed bijdragen aan de mentale gezondheidsproblemen van “trans mensen”; ik twijfel er niet aan dat velen van hen emotioneel hebben geleden toen ze de Cactus sketch zagen. Misschien kunnen al die professionele gender-NGO’s al dat publieke geld gebruiken om hen te helpen hun verwachtingen wat beter te beheren?
Dit zijn dingen die trans mensen niet willen dat je hoort, maar het is de waarheid.
Het is één ding om iets over jezelf te geloven en dat anderen respecteren dat jij die overtuiging hebt. Het is iets anders om de wet voor iedereen aan te passen om je niche-identiteit te weerspiegelen en om andersdenkenden te criminaliseren. Ik, net als veel anderen, neem niet deel aan de opgevoerde angst van een jonge vrouw, noch aan de verkleedfantasie van een man. Ik geloof niet in een gendergebonden ziel of andere kernideeën van de transgender-theorie. En de Belgische wet staat aan mijn kant.
De Rode Garde
De behoefte van NGO’s aan slachtoffers speelt perfect in op de behoefte van de jonge woke-klasse om sociaal kapitaal te vergaren door zichzelf te identificeren als niet behorend tot de onderdrukkersklasse. Het is een duivelse match.
Vóór de Cactus-sketch draaide de meest opzienbarende trans-rel in België om een reeks gefabriceerde ‘haatincidenten’ aan de universiteit ULB. Deze werd geleid door ‘Victoria’ Defraigne, misschien wel de meest gevierde genderbedrieger van het hele land.
Defraigne hangt al jaren rond op de campus van de ULB, waar hij academisch faalt, maar er wel in slaagt zichzelf als influencer te lanceren toen hij na de lockdown als trans “uit de kast kwam” (hij lijkt te beweren dat hij daarvoor onopgemerkt was. Bekijk deze recente foto en beslis zelf).
Defraigne heeft een aantal provocerende zelfbedrukte stickers gemaakt die overal in Brussel te zien zijn, waaronder: “Sommige vrouwen hebben een penis. Kom eroverheen”. Toen het gerucht de ronde deed dat een faculteitsprofessor de stickers had “bekritiseerd”, ging Defraigne op heksenjacht om erachter te komen wie het was. Hij begon publiekelijk te eisen dat de universiteit de boosdoener zou opsporen, hem of haar zou straffen en zich bij hem zou verontschuldigen.
Toen hij niet kreeg wat hij wilde, publiceerde hij een tijdlijn van alle “haat”- en “geweld”-incidenten die hij op de universiteit meemaakte. Het lijkt erop dat hij een paar keer werd genoemd bij zijn geboortenaam (deadnamed), een paar keer misgendered werd, en een keer werd gevraagd of hij een man was in de toiletten door vrouwen, die beweerden dat hij hen stress bezorgde. Hij eiste ook dat de universiteitstoiletten niet meer gescheiden zouden worden (de lokale Groene Partij was maar al te blij om hem in deze poging te helpen).
Uiteraard schaarden de NGO’s zich achter hem en de media publiceerden trouw zijn zelfingenomen onzin als bewijs van de afschuwelijke transfobie aan de ULB.
Maar waarom geeft iemand toe aan deze zelfingenomen mislukkeling? Zijn stickers waarop staat dat vrouwen pikken hebben, weerspiegelen alleen zijn eigen verlangen om heteromannen ervan te overtuigen seks met hem te hebben. Dit is misschien zijn eigen persoonlijke burgerrechtenmissie, maar het is niet duidelijk waarom zoveel anderen het behandelen alsof het de ‘March on Washington’ is.
De RTBF heeft Defraigne natuurlijk al talloze keren opgehemeld voor zijn beslissing om te schakelen van mannelijke stereotypen naar vrouwelijke stereotypen. Hij heeft mediadeals en sponsoring en een boek over uit de kast komen bij je ouders en zijn driftbuien helpen hem zijn profiel te versterken.
Maar niemand durft te zeggen dat Defraigne geven wat hij wil – seks als een biologische realiteit uitwissen – schadelijke gevolgen heeft voor vrouwen en meisjes: want dat zou transfobisch zijn.
Na de Cactus-aflevering gebruikte Defraigne zijn… talenten… om een reactievideo te maken, waarin hij ronduit toegeeft: “We hebben jullie verklikt bij de CSA” (de CSA is de mediaregulator, zoals eerder genoemd), waarmee hij nog meer bewijs levert dat de hele Cactus “backlash” een schijnvertoning is en alleen de meningen vertegenwoordigt van een eliteteam van irrationele en egoïstische extremisten.
Ik schreef naar de CSA om te vragen hoeveel van de 200 klachten die ze ontvingen van NGO’s en hun personeel kwamen en hoeveel van individuen. Ik vroeg ook hoeveel individuen hun eigen originele bewoordingen gebruikten en hoeveel gewoon de verklaringen van Prisme of Rainbow House kopieerden. Geen antwoord, natuurlijk. (Er zijn waarschijnlijk genoeg seksclowns in het land om alle 200 klachten te verklaren).
De alliantie tussen de gender Rode Garde en regenboog NGO’s geeft elk van hen legitimiteit om de zwendel voort te zetten. De eerste stap om het gezond verstand te herstellen is de narcistische voeding van deze etters af te snijden door te weigeren hen in zo’n onverdiende achting te houden. De tweede stap is om de financiering van de NGO’s stop te zetten.
Het daglicht zien
Belgen zijn trots op de ethiek “leven en laten leven” en het kan hen niet schelen wat volwassenen met hun lichaam doen. In tegenstelling tot mij zijn de meesten geen kruisvaarders tegen het ‘verkeerde lichaam’. Ze vonden de Cactus-sketch gewoon maf en leuk. Maar zoals uit de reacties blijkt, heeft het feit dat hen verteld wordt dat ze niet mogen lachen misschien wel een radicaliserend effect.
Leven en laten leven is een kwestie van twee kanten.
Ik bespeur ook een element van verbazing in de reacties van normale Belgen over de intensiteit van de reactie op de sketch. Nogmaals, zoals elders in Europa en de Angelsaksische wereld, zijn de Belgen nooit echt geïnformeerd of geraadpleegd over de wetswijzigingen die dit alles mogelijk heeft gemaakt.
Zeker, de zelf-ID wet was niet bepaald een geheim, maar niemand wist dat het zou betekenen dat we allemaal zouden moeten buigen voor de narcistische waanideeën van andere mensen en dat we bij de autoriteiten konden worden aangegeven als we dat niet deden. Er werd hen nooit verteld dat de individuele identiteitscrises van mensen de vernietiging van vrouwensport, het uitwissen van een generatie lesbiennes, de constante propaganda tegen kinderen of de mainstreaming van twee vreemde parafilieën — gynoandromorfofilie en autogynefilie — die ooit in de privésfeer werden gehouden, noodzakelijk zouden maken.
De activisten moeten het feit onder ogen zien dat de onpopulaire, onwetenschappelijke, seksistische, homofobe en regressieve rechten die ze stiekem hebben verworven, nu het daglicht zien en dat niemand buiten hun bubbel het gelooft. Dat is hun eigen schuld en ze zijn het aan de mensen die ze beweren te dienen verplicht om hier eerlijk over te zijn.
#JeSuisCactus
In de weken na het debacle lijkt het team van La Grand Cactus zich te hebben gehergroepeerd en richten ze zich steeds meer op hun tegenstanders. Vorige week slaagden de schrijvers erin om in elk segment (zeer milde) grappen over non-binaries en trans (en zelfs een grap over de NGO’s) in te voegen. Maar ze bewaarden hun diepste minachting voor de band Indochine, door grappen over hen door de hele show heen te laten lopen. Ze nodigden zelfs het personage Sirkis/Damian Gillard weer uit, zodat ze hem konden bespotten voor het schrijven van liedjes die allemaal precies hetzelfde klinken.
Het is moeilijk voor te stellen hoe comedians lang om het trans-onderwerp heen kunnen blijven draaien, gezien het toenemende belang ervan in het publieke debat. Als de NGO’s hun zin krijgen en de EU Digital Services Act wordt uitgevoerd zoals bedoeld, is er geen ruimte meer om te lachen met gender-gekken zonder een hoge boete of gevangenisstraf te riskeren – of op zijn minst gecensureerd te worden.
Toen internetgebruikers vergelijkingen begonnen te trekken tussen het Cactus-incident en de steunbetuiging aan de makers van het tijdschrift Charlie Hebdo, verscheen online de ironische hashtag #JeSuisCactus.
Ter herinnering: de makers van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo werden neergeschoten door islamisten omdat ze grappen maakten over de profeet Mohammed. Maar in de tijd van Charlie was het over het algemeen een kenmerk van de linkse sfeer om vrije meningsuiting te steunen. Nu betekent het fanatisme voor het censureren van anti-establishment-discours (houd in gedachten wie de rekening betaalt) dat deze schijnvertoning is opgegeven als onderdeel van de kern van de linkse ideologie.
Cactus-bedenker Jérôme de Warzée smeekte het publiek om de hashtag #JeSuisCactus niet te gebruiken en zei: “We willen niet dat de LGBT-gemeenschap doodsbedreigingen krijgt vanwege onze grappen.” Ah bon? Heeft “de gemeenschap” doodsbedreigingen ontvangen? De opmerking van De Warzée suggereert van wel, en dat deze bedreigingen het directe gevolg waren van zijn show. Zijn deze doodsbedreigingen gemeld bij de politie? Wordt er een aanklacht ingediend? Er werden geen details gegeven (dat gebeurt nooit).
We moeten ze maar op hun woord vertrouwen dat het meer was dan alleen gekwetste gevoelens die deze zeer openbare worstelingsessie noodzakelijk maakten. Bovendien moeten we ze gewoon geloven dat de volgende keer dat een mietje wordt neergestoken door zijn beschaamde minnaar in de zuidelijke Kaukasus, dat het het een direct gevolg is van Cecile Giraud die zingt “Et le soir, juste après le souper, un cahier ou peut-être une fougère.“
Ondertussen, in het parallelle universum waarin ze leven, gaat de RTBF door met hun publieke zelfkastijding, zonder te erkennen dat hun prioriteiten nu volledig gericht zijn op een luidruchtige minderheid van verwende baby’s. Ex-RTBF journalist Dan Gagnon was de enige persoon in de officiële sfeer die de situatie (onbedoeld) nauwkeurig inschatte: het grote probleem voor de RTBF is dat er een kloof van formaat is tussen de officiële reactie en wat normale mensen denken over het incident.
Deze kloof zal uiteraard worden opgevat als bewijs dat de Belgische bevolking meer onderwijs, meer sensibilisering, meer regenboog-zebrapaden, meer strijdsessies, duurdere parades, meer DEI-experten, meer censuur, meer propaganda nodig heeft – en dat alles bij voorkeur vanaf een jongere leeftijd.
Dora Moutot en Marguerite Stern
Twee weken na het incident moesten twee zeer controversiële Franse schrijfsters, Dora Moutot en Marguerite Stern, een conferentie in Brussel afzeggen vanwege daadwerkelijke bedreigingen met geweld tegen hen vanwege hun genderkritische opvattingen.
Sinds ze zich begonnen uit te spreken over de trans waanzin (koop hun boek ‘Trans Mania’!), zijn ze het slachtoffer geworden van een echte bomaanslag en vele, vele bedreigingen met geweld en de dood. Ze worden in Frankrijk rabiaat gehaat door de Black Pampers en andere ANTIFA-activisten, maar ook door echte gewelddadige radicalen. Onlangs werden 46 activisten gearresteerd buiten een locatie waar ze zouden spreken en nieuwsberichten beweerden dat de demonstranten verborgen wapens hadden. Een ander evenement moest in het donker plaatsvinden nadat een explosie de stroom naar het gebouw had uitgeschakeld.
In aanloop naar hun bezoek aan Brussel deelden activisten onderling een artikel van de militante website Paris Luttes, waarin de verdiensten van het gebruik van geweld tegen deze vrouwen werden bevestigd. Het rechtvaardigde zelfs hun moord. Het evenement werd kort daarna afgelast en de vrouwen verschenen op de Franse ochtendradio en zagen er volkomen verwoest uit door de stress van de bedreigingen. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ik Moutot’s eens zo zelfverzekerde trillende stem hoorde vertellen over hoe haar leven volledig op zijn kop is gezet sinds ze zich afzette tegen de professionele mannenlikkende feministen, die haar nu dood willen.
Er is helemaal geen media-aandacht geweest voor het verhaal van de afgelaste conferentie. Ik heb contact opgenomen met de RTBF en gevraagd of ze van plan waren om erover te berichten. Niets. De organisator van de afgelaste conferentie, Fadila Maaroufi, vertelde me dat de pers nooit aandacht besteedt aan hun evenementen over vrijheid van meningsuiting. Dat is gewoon geen populaire zaak meer.
Het artikel van Paris Luttes zet zwart op wit aan tot geweld, terwijl de sketch van Cactus alleen maar aanzet tot lachen. Het is duidelijk wat de autoritairen het gevaarlijkst vinden. Spot is mijn manier om te laten zien dat ik hier niet aan meedoe. Ik zal niet juichen over vrouwen die zichzelf op industriële schaal zelf-beschadigen, of over het experimenteren met de lichamen en hersenen van verdrietige kinderen, of over mannen die eruit zien als Anjelica Huston in The Witches die een erectie krijgen door naast kleine meisjes te plassen in openbare hokjes.
Is dat haat? Is het aanzetten tot haat? Ik denk dat ik daar zo achter kom.