Helen Joyce

Gepubliceerd op 17 november 2022
door: Helen Joyce
Origineel: Joyce activated, issue 27

Het eerste wat ik wil zeggen is dat zowel de gendertheorie als het gender onbehagen een sociale besmetting is. Dat betekent niet dat ze “niet echt” zijn, maar dat ze deels gecreëerd en deels gevormd zijn door de cultuur waarin we leven.

Ik denk dat niemand “echt trans” is, in de zin die deze mensen bedoelen: er is niet een klein aantal mensen dat van binnen “echt” lid is van het andere geslacht – niemand is echt lid van het andere geslacht; die bewering slaat nergens op.

Een van de meest gestelde vragen, zelfs door mensen die de sociale-besmettingshypothese aanvaarden, is: hoeveel mensen zijn “echt trans”, die niet meegaan in de rage? Ik antwoord dat ik denk dat niemand “echt trans” is, in de zin die deze mensen bedoelen: er is niet een klein aantal mensen dat van binnen “echt” lid is van het andere geslacht – niemand is echt lid van het andere geslacht; die bewering slaat nergens op.

Trans is een overkoepelende term voor een heleboel verschillende dingen die met elkaar verbonden zijn door het idee dat er een redelijke manier is om sekse uit te drukken – man, vrouw, mannelijk, vrouwelijk, jongen, meisje – die niet simpelweg verwijst naar onze geëvolueerde zoogdierbiologie. Wat hebben deze verschillende groepen gemeen: mannen van middelbare leeftijd die sinds hun adolescentie aan cross-dressing doen voor erotische doeleinden en dat nu fulltime willen doen? Zelfhatende, zelfbeschadigende tienermeisjes? Zeer verwijfde jongetjes die voorbestemd zijn om homo te worden? Misbruikte kinderen die zich hebben losgemaakt van hun lichaam? Autistische kinderen die hun non-conformiteit en sensorische problemen verkeerd interpreteren als vervreemding van hun gesekst lichaam?

Niets, behalve dat ze allemaal buitengewoon vatbaar zijn voor de bewering dat hoewel ze fysiek een normale jongen of meisje zijn, ze in werkelijkheid behoren bij het andere geslacht. En dat is verre van een volledige taxonomie van groepen die we de afgelopen tien als trans hebben geïdentificeerd.

De gedachte “Ik ben niet echt een man/vrouw” schijnt spontaan op te komen bij incidentele mensen op verschillende plaatsen en tijden. Die zeldzame mensen interpreteerden die gedachte niet letterlijk of verwachtten niet dat iedereen ermee instemde. Maar nu is het verpakt in een overkoepelende theorie – worden wie je bent, vooral als het gaat om de geslachtscategorie waarin ze passen – die in hun hoofd zit, niet die het lichaam betreft.

Deze gedachte is een voorbeeld van wat Richard Dawkins een meme noemde – een idee die zich van geest tot geest verspreidt en gaandeweg evolueert. En het is een zeer succesvolle.

Vanwaar haar succes is een interessante vraag. Eén van de redenen is dat we nu zo’n gedematerialiseerde levens leiden, waarbij we de hele dag achter onze computer zitten en zelden naar buiten gaan. Veel jonge mensen brengen een groot deel van hun tijd door met zich te identificeren met avatars die met een muisklik van geslacht (en andere kenmerken, zelfs van ras of soort) kunnen veranderen. Een vertraagde opvoeding van kinderen en kleinere gezinnen zorgen ervoor dat men langer als volwassene leeft voordat de voortplanting de onherleidbare verschillen tussen de twee geslachten aan het licht brengt. Een ander gevolg is dat veel meer volwassenen totaal onwetend zijn over kinderen, en zich er niet van bewust zijn hoe bereidwillig ze vertrouwen aannemen, wat gezagdragers hun ook vertellen.

De aanpak tegen pesten, vooroordelen, gelijkheid en mensenrechten, en vooral de relatie- en seksuele voorlichting (RSE), zijn gekaapt om trans-ideologie te onderwijzen.

Deze meme heeft ook snelheid gekregen door onjuiste vergelijkingen. Het recht om zelf je geslacht te identificeren en de anderen te dwingen dit aan te nemen, wordt voorgesteld als een strijd voor burgerrechten, de laatste in een lange reeks die loopt van het einde van de slavernij via het vrouwenkiesrecht tot de zwarte burgerrechtenbeweging in Amerika en recentelijk de legalisering van het homohuwelijk. Als je niet goed oplet, lijken “transrechten” een ander voorbeeld te zijn van Martin Luther King’s beroemde aforisme: “De boog van het morele universum is lang, maar buigt naar gerechtigheid.”

Dus mensen zijn geneigd om het verzet tegen de trans-ideologie te zien als de zoveelste in een lange rij vooroordelen, terwijl het veel nauwkeuriger is om het te vergelijken met een eetstoornis. Gender onbehagen is een maatschappelijk gecreëerde ziekte die uiteindelijk iemands denkprocessen overneemt. We weten dat zulke ziekten bestaan: ze worden “cultuurgebonden syndromen” genoemd. We weten dat ze kunnen worden uitgelokt en gevormd; we weten dat ze besmettelijk zijn.

Met andere woorden, ze kunnen worden aangeleerd. Mensen leren altijd en overal, maar op scholen is leren het enige doel. Ik ben van mening dat in de afgelopen tien jaar in het VK het beleid en de aanpak tegen pesten, vooroordelen, gelijkheid en mensenrechten, en vooral de relatie- en seksuele voorlichting (RSE), zijn gekaapt om trans-ideologie te onderwijzen.

In het Verenigd Koninkrijk is RSE nu verplicht, en er zijn officiële richtlijnen, maar geen officieel leerplan. Het resultaat is dat lobbygroepen op grote schaal materiaal produceren, en dit vervolgens verkopen (soms letterlijk – er zijn veel commerciële bedrijven) als progressief, inclusief en in overeenstemming met de eisen van de regering. Sommige zetten ook gratis lesplannen en video’s online waaruit leraren kunnen kiezen.

Olly-pikeOnder hen zijn Stonewall, The Kite Trust, The Proud Trust, Mermaids, Gendered Intelligence, Pop’n’Olly – naar mijn mening, allemaal even slecht. Op de website van Safe Schools Alliance en Transgender Trend (hier en hier) kun je enkele gedetailleerde analyses lezen. Zoals uit deze analyses blijkt, is veel van het materiaal dat nu in Britse scholen wordt gebruikt wetenschappelijk onjuist, ideologisch bevooroordeeld en gaat vaak blindelings voorbij aan de bescherming van kinderen.

Een deel ervan is gericht op kleine kinderen en het lijkt specifiek bedoeld om te voorkomen dat kinderen ooit een belangrijke mijlpaal in hun ontwikkeling bereiken: het verwerven van wat “gender standvastigheid” wordt genoemd (hoewel sekse standvastigheid nauwkeuriger zou zijn). Vóór deze fase denkt een kind dat het verschil tussen jongens en meisjes te maken heeft met haardracht, kleding en andere aspecten van zelfpresentatie, en dat door deze te veranderen een jongen een meisje kan worden en omgekeerd. Daarna begrijpt het kind dat sekse vastligt en bepaald wordt door het lichaam, ongeacht wat mensen dragen of doen. Ik weet niet zeker of activisten dit ontwikkelingsproces bewust willen verstoren, maar het lijkt er wel op.

Ik heb voor de Daily Express geschreven over Pop’n’Olly, een van de allerergste externe aanbieders. En in de 5e uitgave van deze nieuwsbrief schreef ik over een bijzonder afschuwelijke video, geproduceerd door de grootste onderwijsvakbond van Ierland, INTO, getiteld “Facilitating a Social Transition”. Na veel kritiek is die video heimelijk verwijderd, en journalisten die vroegen waarom, kregen geen antwoord.

Bewerking na publicatie: Women’s Space Ireland heeft me gewezen op een gearchiveerde versie – die kun je hier bekijken.
https://web.archive.org/web/20211204035620/https://www.into.ie/about/our-structure/associated-groups/into-lgbt-teachers-group/good-teaching-learning-practice-videos/

Dit is wat ik er eerder over zei:

Te oordelen naar de animatiestijl en het boek waarnaar het verwijst (“Introducing Teddy: A Story About Being Yourself“), is het bedoeld voor de eerste schooljaren – wanneer kinderen seks als een fysieke realiteit waarschijnlijk nog niet goed begrijpen. De benadering die de video suggereer, zou dat opkomende begrip radicaal verstoren.

De leraar beantwoordt de vragen: “Dus jongens kunnen in meisjes veranderen?” en “Meisjes kunnen in jongens veranderen?” met simpele “ja“. Stel je voor hoe angstaanjagend dit kan zijn. Een kind kan zich natuurlijk afvragen: kan dit mijn vrienden overkomen? Zou het mij kunnen overkomen? En hoe potentieel schadelijk ook voor de relatie met de ouders – een kind dat de boodschap van deze les thuis herhaalt, zal merken dat mama en papa het er niet mee eens zijn.

Er is ook even schadelijk materiaal gericht op oudere kinderen. Vroeg beginnen heeft het voordeel dat je het begrip van seks als binair en vaststaand kunt verstoren voordat het tot ontwikkeling komt. Tieners zijn echter op een andere manier kwetsbaar – zij maken veel veranderingen door die verwarrend en ongewenst kunnen lijken.

Vooral tienermeisjes lijken erg vatbaar voor het idee dat seks een opt-in, opt-out categorie is. Eén reden kan zijn dat de vrouwelijke belichaming in veel opzichten zwaarder is dan de mannelijke belichaming, en het vooruitzicht van een opt-out kan daarom verleidelijk lijken.

Een andere, waarvoor ik dank verschuldigd ben aan Colin Wright (@swipewright), is bedrieglijk eenvoudig en zeer krachtig. Zoals hij opmerkte in een vorig nummer van zijn Substack-nieuwsbrief, Reality’s Last Stand, is de formele definitie van trans-zijn die door actiegroepen en genderklinieken naar voren wordt geschoven, de laatste jaren uitgebreid tot eenvoudige gender-non-conformiteit (d.w.z. zonder onbehagen). Vanaf ongeveer diezelfde tijd nam het aantal tienermeisjes dat zich als trans identificeerde sterk toe.

All-gender-restroomWright stelt een eenvoudige maar krachtige verklaring voor: meisjes zijn veel vaker dan jongens gender-non-conform. De reden hiervoor is dat, hoewel gender voor beide geslachten een gevangenis kan zijn, de genderregels voor meisjes veel dwingender zijn en veel moeilijker in te passen. Meisjes zijn daarom veel meer geneigd om zichzelf als gender non-conform te beschouwen. Een meisje dat zich afvraagt waarom ze het zo moeilijk en onaantrekkelijk vindt om de veeleisende en grillige schoonheids- en gedragsnormen te volgen, en online naar een verklaring zoekt, of luistert naar de vreselijke lessen waarin het lidmaatschap van haar sekse wordt gedefinieerd als afhankelijk van conformiteit met stereotypen, zal ontdekken dat ze voldoet aan de definitie van “trans” – zelfs als het idee dat ze “niet echt een meisje is”, nooit eerder bij haar is opgekomen.

Of deze lessen nu vroeg genoeg gegeven zijn om de verwerving van gender standvastigheid te verstoren, of in plaats daarvan gebruik maken van de verwarring van de puberteit, ze hebben bijgedragen aan de productie van een generatie jongvolwassenen die elke vermelding van het feit dat sekse binair en onveranderlijk is, uiterst onverdraagzaam vinden.

Het is de normalisering van het idee van identificatie los van je sekse. Het resultaat is tweeledig: de creatie van nieuwe kleine gender-ideologen, en de creatie van “trans-kinderen”.

Veel Britse scholen pushen ook de trans-ideologie door “sociale transitie” te ondersteunen. Velen vinden het nu hun taak om elke verklaring van een kind, ongeacht de leeftijd, zijn of haar identiteit kritiekloos te aanvaarden. Zij zullen op verzoek de naam van het kind en de geslachtsvermelding in de schooldossiers veranderen; beginnend met het gebruik van voornaamwoorden van het andere geslacht (of die/diens voor een kind dat zich als niet-binaire identificeert), en het kind toestaan gebruik te maken van faciliteiten zoals toiletten en kleedkamers die voor het andere geslacht bestemd zijn en in de sportploegen van het andere geslacht te spelen. Zij zullen deze sociale transitie versterken door leraren, en misschien leerlingen, te bestraffen die de voorkeursuitspraken van het transseksuele kind niet gebruiken, of die klagen over de aanwezigheid van een transseksuele leerling in de ruimten van het andere geslacht.

De laatste manier waarop Britse scholen de trans-ideologie promoten is via schoolmanagement, registratiesystemen en communicatie. Het wordt bijvoorbeeld steeds gebruikelijker om alleen “genderneutrale” (d.w.z. gemengde) toiletten te hebben, wat wordt verkocht als een “inclusieve” manier om leerlingen van “alle geslachten” tegemoet te komen. Dit suggereert weinig subtiel aan de leerlingen dat sekse niet echt is, of in ieder geval onbelangrijk in vergelijking met andere persoonlijke kenmerken.
De mate waarin dit spul is ingebed in het schoolsysteem is ongelooflijk. Mijn zoon heeft zich onlangs ingeschreven voor een middelbare school, die les geeft aan jongeren van 16 tot 18 jaar. Een van de verplichte velden op het formulier vereiste dat hij zijn “voorkeursvoornaamwoorden” invulde, met drie opties: hij/zij/die. Het college kent zijn geslacht al van op zijn aanvraagformulier; “zeg ik liever niet” was geen optie; en het was onmogelijk om door te gaan naar de volgende vraag en dus de inschrijving te voltooien zonder een voornaamwoord te kiezen.

Dit is niet alleen gedwongen belijdenis van een geloofssysteem dat niet veel mensen delen: het is de normalisering van het idee van identificatie los van je sekse. Ik zou zo ver willen gaan om te zeggen dat dit college transidentificatie suggereert aan alle leerlingen.

De epidemie treft nu gelukkige, gezonde kinderen met ondersteunende ouders en zonder voorgeschiedenis van psychologische problemen.

Als je dit alles bij elkaar optelt, voeden scholen in het Verenigd Koninkrijk twee nauw met elkaar verbonden sociale besmettingen. De eerste is het idee, of de meme, dat seks niet echt of belangrijk is en dat genderidentiteit de beide is. De tweede is onbehagen over of dissociatie van de eigen sekse. Ze doen dit in lessen, door sociale transitie te ondersteunen en door faciliteiten en systemen die vroeger naar sekse verwezen te reorganiseren rond genderidentiteit. Het resultaat is tweeledig: de creatie van nieuwe kleine gender-ideologen, en de creatie van “trans-kinderen”.

Je hebt vast wel eens gehoord dat trans-identificeerende jongeren onevenredig vaak uit zeer kwetsbare groepen komen, zoals autisten, jongeren die zichzelf beschadigen, angstigen, depressieven of proto-homo’s. Dat blijkt zeker uit gegevens van genderklinieken van de afgelopen jaren. Maar het blijkt dat zij slechts de eersten waren die zich vastklampten aan een ideologie die beweert een snelle, gegarandeerde oplossing te bieden voor elk probleem, en die belooft dat aanhangers herboren kunnen worden als iemand die heel anders is.

De trans- besmetting heeft zich niet langer beperkt tot deze groep, maar heeft zich tot de hele bevolking uitgebreid. Anekdotisch bewijs suggereert dat toen kinderen in het Verenigd Koninkrijk na de zomervakantie dit jaar weer naar school gingen, er een stormloop was van transidentificatie op scholen. De epidemie treft nu gelukkige, gezonde kinderen met ondersteunende ouders en zonder voorgeschiedenis van psychologische problemen.

Ik zal u twee verhalen vertellen die ik de afgelopen maanden heb gehoord. Het ene betreft een 13-jarige, wiens ouders kort na het begin van het schooljaar een e-mail van de school kregen. Wat volgt is een geparafraseerde versie van de ouder-school communicatie, met gewijzigde namen.

“Beste meneer en mevrouw Smith”, begon het luchtig, om vervolgens te melden dat hun dochter, laten we haar Sarah noemen, “zich nu identificeert als een jongen, dus vanaf nu zal de school haar Sam noemen en naar haar verwijzen met het hij/hem voornaamwoorden. We zullen de schooldossiers en de informatie voor de examencommissies bijwerken. Laat ons weten of u liever heeft dat we Sam “Sarah, zij/haar” blijven noemen in gesprekken met u. Fijn weekend!”

Deze e-mail is om verschillende redenen buitengewoon. Ten eerste is de bagatelliserende toon totaal ongepast voor een mededeling die als een bom bij de onvoorbereide ouders insloeg. Ten tweede, de manier waarop de afzender blijft verwijzen naar “Sarah” als zij, zelfs terwijl hij uitlegt dat Sarah nu een jongen is, laat zien dat het geschreven is door iemand die niet weet wat hij eigenlijk zegt. Ten derde, is het niet ongelooflijk dat een school denkt dat ze ouders zomaar kan informeren over zoiets ingrijpends, zonder zelfs maar een uitnodiging om de wijziging te bespreken?

Blijkbaar hield deze school ouders routinematig in het ongewisse over transidentificatie, waarbij ze tijdens de schooldag naar kinderen verwezen met hun gekozen namen en voornaamwoorden, maar terugschakelden wanneer zij met hun familie spraken. Daar is een einde aan gekomen nadat enkele bijzonder verbeten ouders hadden ontdekt dat hun dochter maandenlang door de school als jongen was behandeld zonder dat zij het wisten, en een formele klacht hadden ingediend.

Sinds die eerste mededeling heeft de school Sarah’s ouders verteld dat haar beleid van onmiddellijke bevestiging zonder rekening te houden met wat de ouders dachten, gebaseerd was op “beschermingsprincipes”. Transkinderen die niet werden bevestigd liepen een torenhoog risico op zelfmoord, zo werd beweerd. Maar deze bewering is niet alleen onzin (zie Transgender Trend voor een goede ontkrachting); ze druist regelrecht in tegen elke rechtvaardiging om trans-identificatie geheim te houden voor ouders. Een kind dat voldoende overstuur is om zelfbeschadiging of erger te overwegen, zal zichzelf vrijwel zeker thuis pijn doen, niet op school, en ouders moeten dat absoluut weten.

Het meest ongelooflijke was dat de school terloops luchtig vermeldde dat een tiende van de kinderen op de schoollijst zich identificeerde als iets anders dan hun biologisch geslacht. Ik durf te wedden dat de meeste van die trans-geïdentificeerde kinderen meisjes zijn en dat er leerlingen op die school zijn die zich als trans onder hun vrienden identificeren, maar het niet aan hun leraren hebben verteld.

Ik vermoed dus dat ongeveer een vijfde van alle meisjes op deze doodgewone openbare middelbare school gescheiden is van hun werkelijke geslacht. Hoe kan de schoolleiding blind blijven voor het feit dat dit een sociale besmetting is? Hoe kan iemand dat?

Mijn tweede verhaal is ook enigszins verhuld. Het gaat over een iets ouder meisje, met een autisme-spectrumstoornis, uit een gezin dat een paar jaar geleden een ernstig trauma heeft opgelopen. Zij eist al een tijdje dat haar familie haar identificatie als jongen bevestigt, en wil op haar 16e testosteron. Maar haar familie wil dit niet, zowel vanwege haar ASS als vanwege haar trauma, maar ook omdat ze ervan overtuigd zijn dat deze identificatie een idee is dat van buiten het kind komt.

En dus verwonde het kind eerder dit najaar zichzelf. De ouders zijn er zeker van dat het haar doel was om met spoed doorverwezen te worden naar de geestelijke gezondheidszorg, waar ze klaagde over haar niet-ondersteunende ouders. Het gezin wordt nu onderzocht door de sociale dienst en heeft te horen gekregen dat ze mogelijk ongeschikt worden bevonden om voor al hun kinderen te zorgen. Verstandig, hebben ze zich geen dure advocaten ontzien, zodat het ergste niet kon gebeuren. Maar dit is waar de suggestie van transidentificatie van kinderen toe leidt: gezinnen in crisis, en liefhebbende ouders die bang zijn hun kinderen te verliezen.

Dus wat kunnen ouders doen om de oprukkende genderideologie in de klas te weerstaan? Ik raad aan te beginnen met een zachte aanpak.
Voer een vriendelijk gesprek met de leerkracht van uw kind. Leg uit dat u zich zorgen maakt over het materiaal dat u in de pers hebt gezien en waarover u in gesprekken met andere ouders hebt gehoord, en het u wetenschappelijk onjuist en ideologisch geladen lijkt. Vraag of de school samenwerkt met externe groepen, hetzij om instructies in te winnen, hetzij door gebruik te maken van extern geproduceerde lesplannen. Vraag om inzage in de lesplannen.

Als de school een “trans inclusie beleid” of iets dergelijks op haar website heeft staan, lees dat dan zorgvuldig. Kijk naar wat er staat over de toegang tot sportruimtes en ruimtes voor hetzelfde geslacht, of deze zijn gebaseerd op basis van geslacht of zelfidentificatie? Staat er iets in over het verplichten van het gebruik van voorkeursvoornaamwoorden? Als het je zorgen baart, zeg dan beleefd tegen de school dat je het niet juist vindt dat andere kinderen onder druk worden gezet om te accepteren dat hun faciliteiten voor dezelfde sekse worden gebruikt door iemand van het andere geslacht, of dat ze moeten doen alsof ze denken dat jongens met een trans-identificatie meisjes zijn en omgekeerd. Zeg dat je vindt dat er een manier moet zijn om iedereen tegemoet te komen: kinderen met genderprobleem en alle andere leerlingen, zonder iemands rechten met voeten te treden. En belangrijk: zeg dat je je zorgen maakt over de bescherming van kinderen. Geen enkele leerkracht of schoolbestuurder mag dat negeren.

Als u zich zorgen maakt over wat u ontdekt en over de reactie van de school, kunt u best, indien mogelijk, als groep verder gaan. Vorm een coalitie, idealiter van verschillende soorten mensen – moeders en vaders; religieuze mensen en atheïsten; niet allemaal met dezelfde achtergrond. Dat maakt het moeilijker om klachten en zorgen af te doen als de vervelende obsessies van blanke moeders uit de middenklasse (dat zou niet moeten gebeuren, maar het gebeurt wel). Ook is het belangrijk om ouders te betrekken van wie de eigen kinderen niet verstrikt zijn bij de trans-identificatiegekte.

En als de school halsstarrig blijft, moet u de formele klachtenprocedures controleren. Ik weet dat het ontmoedigend is om ruzie te krijgen met een instelling die zo belangrijk is in het leven van uw kind, maar het gaat hier om de veiligheid van kinderen.

Ter afsluiting deel ik een succesverhaal. Met het eerste kind dat ik noemde, het kind waarvan de ouders een e-mail kregen met de mededeling dat hun dochter nu hun zoon is, gaat het nu goed. Haar ouders vertelden haar dat ze onderzoek hadden gedaan naar bindmiddelen en dat ze de beweringen van de activisten dat ze veilig zijn, ernstig wantrouwden. Ze vertrouwt haar ouders en gelooft dat zij het beste met haar voor hebben – en dus stemde ze er grif mee in te stoppen met inbinden en in plaats daarvan een echt ondersteunende sportbeha te passen. Sterker nog, toen ze ontdekte dat het materiaal van de activisten, waar ze voorheen op vertrouwde zo bevooroordeeld en onbetrouwbaar was, deed haar twijfelen, en ze heroverwoog meer dan alleen de bindmiddelen.

Ik hoop dat je begrijpt waarom ik zeg dat deze besmetting, hoewel het niet uitsluitend scholen betreft, het heel belangrijk is voor scholen. En de les die ik uit het Verenigd Koninkrijk trek, is dat als scholen de trans-ideologie eenmaal serieus beginnen door te drukken, het minder dan tien jaar duurt voordat geen enkel kind als immuun kan worden beschouwd.

Lees het volledige artikel op:

Helen JoyceJoyce activated, issue 27

Share This