Gepubliceerd op 7 april 2023
Origineel: PITT – Why Are We Erasing Neurodiversity?
We weten dat neurodiverente of autistische personen onevenredig oververtegenwoordigd zijn in de populaties met een trans-identificatie.
Neurodivergentie is een nieuwe term bedoeld om verschillen te omvatten die vroeger bekend stonden als het syndroom van Asperger en/of de autismespectrumstoornis. De term is enigszins controversieel onder belangengroepen en mensen met autisme. De wijdverspreide acceptatie van de term heeft echter bereikt wat voorstanders wilden doen, namelijk het destigmatiseren van wat zij zien als gewoon een andere menselijke variatie. Neurologische verschillen worden nu meer gezien in termen van onveranderlijke kwaliteiten, zoals etniciteit of ras; de neurodivergente persoon is een ander voorbeeld van verschillen in het rijke weefsel van de mensheid in plaats van een handicap of mentale stoornis.
Er is echter een risico verbonden aan deze herformulering. Door de manier waarop neurodivergente mensen de wereld zien en ermee omgaan, kunnen ze zich heel anders voelen dan anderen, en zich atypisch gedragen ten opzichte van stereotypen, vooral die met betrekking tot sociale interacties, sekse en gender. En vanwege deze gevoelens van verschil zijn neurodivergente mensen veel vatbaarder voor genderideologie en de daarmee samenhangende sociale besmetting dan de neurotypische bevolking. Dit is een feit dat overduidelijk is voor ouders met een trans-identificeerdend kind, van wie velen neurodivergent of autistisch zijn – en we weten dat neurodiverente of autistische personen onevenredig oververtegenwoordigd zijn in de populaties met een trans-identificatie. Zelfs genderklinieken melden een significant hoog percentage neurodivergente of autistische cliënten.
Naast de alomtegenwoordigheid van de ideologie is de belofte om helemaal een nieuwe persoon te worden opwindend – en ook bijzonder aanlokkelijk voor het autistisch kind dat, gedreven door academisch succes, strategieën zoekt om ook sociaal succes te behalen.
Er zijn een aantal redenen aangevoerd om te verklaren waarom deze kinderen zo kwetsbaar zijn en zo worstelen met seksuele expressie en seksualiteit. Zo kunnen neurodiverse tieners een meer rigide, zwart-wit denkstijl hebben, waardoor ze geen overeenkomsten zien met leeftijdsgenoten van hetzelfde geslacht, en de moeilijkheden om empathie te tonen vormen een extra barrière voor het ontwikkelen van sterke relaties met leeftijdsgenoten.
Maar gebrek aan empathie betekent niet een gebrek aan gevoeligheid – deze kinderen zijn zeer gevoelig voor afwijzing en het anders-zijn. Ze leven in een wereld vol schaamte en verlegenheid omdat ze er niet bij horen en proberen altijd uit te vinden waarom. Afgezonderd van gewone groepen leeftijdsgenoten, verlangen neurodivergente mensen nog steeds naar verbondenheid en samenhorigheid, waardoor ze eerder geneigd zijn te bezwijken voor sociale besmettingen en sektes. Zij zijn het voornaamste doelwit van de genderideologie, die helaas in onze samenleving, van alle kanten wordt aangeprezen als een magische oplossing voor eenzaamheid en het zich ongemakkelijk voelen in het eigen lichaam. Het internet en alle aspecten van entertainment verdrinken erin. Juist de mensen die pleitbezorgers van autisme zouden moeten zijn, zijn volledig in de ban van de transgenderbeweging. Het transactivisme heeft het vaak over burgerrechten en dit is vooral aantrekkelijk voor het sterke gevoel van rechtvaardigheid dat deze mensen eigen is.
Onze samenleving aanbidt schijnbaar het altaar van de diversiteit, maar de genderideologie is eropuit om de werkelijke diversiteit in onze samenleving uit te wissen.
Naast de alomtegenwoordigheid van de ideologie is de belofte om helemaal een nieuwe persoon te worden opwindend – en ook bijzonder aanlokkelijk voor het autistisch kind dat, gedreven door academisch succes, strategieën zoekt om ook sociaal succes te behalen. Het omarmen van de genderideologie geeft het ultieme buitenbeentje een intrinsiek excuus om er nooit helemaal bij te horen. Een kindertijd van onhandigheid en schaamte over afwijzing kan worden weggevaagd. Falen als man kan, voor de best presterende, worden vervangen door een kans op succes (of gedeeltelijk succes) als vrouw. En met een trans is er een ingebouwd excuus als het succes slechts gedeeltelijk is: Als ik het vrouw-zijn niet onder de knie krijg, is daar een goede reden voor. Ik ben niet als vrouw geboren. Anderen zullen het wel begrijpen. Het zwart-wit denken van deze bevolking creëert een alles of niets scenario.
Onze samenleving aanbidt schijnbaar het altaar van de diversiteit, maar de genderideologie is eropuit om de werkelijke diversiteit in onze samenleving uit te wissen. Hoe kunnen we diversiteit bevorderen en tegelijkertijd degenen die anders zijn vertellen dat ze gerepareerd moeten worden – dat ze hun lichaam medisch moeten veranderen om heel te zijn? Bovendien moet men, om de genderideologie te accepteren, regressieve seksestereotypen van kleding, uiterlijk, interesses en sociale interacties omarmen, en een manier vinden om zichzelf in een hokje te passen op basis van deze karikaturen. Die filosofie is zo anti-diversiteit als het maar zijn kan, vooral als je bedenkt dat er meer dan een vleugje eugenetica in de transgender-ideologie zit, aangezien de “behandelingen” zelf in wezen chemische sterilisatie zijn.
Ik geloof dat het discriminatie is om deze gemarginaliseerde groep de transitie in te duwen. We moeten ze gewoon in de wereld laten zoals ze zijn als we neurodiverse mensen echt respecteren en diversiteit in onze samenleving echt waarderen. We moeten hun geest een grenzeloos spectrum van intellect en creativiteit laten en hun lichaam met rust laten, want het geslacht is tenslotte een onveranderlijke eigenschap, die wordt waargenomen en niet toegewezen zoals activisten ons willen doen geloven. Als we de transgender-ideologie bevorderen, maken we duidelijk dat ze hun lichaam en hun aard moeten veranderen als ze erbij willen horen. Dit is het uitwissen van neurodiversiteit. In plaats daarvan moeten we jonge mensen helpen in de realiteit te blijven van wie ze zijn, en leren van hun immens waardevolle zelf te houden. Alleen dan kunnen we zeggen dat we diversiteit waarderen – natuurlijke, echte diversiteit.